Achtergrond
Onrust in Tunesi
Faïrouz ben Salah, onderzoeker en programmamanager van onder meer jongerenprojecten in Tunesië, is een van de sprekers van het LUCIS-panel over Tunesië, aanstaande vrijdag: Tunesia is the way.
woensdag 10 februari 2016

Hoe is het nu in Tunesië?

‘Onrustig. De opstanden die twee weken geleden uitbraken zijn nog bezig, al is het in delen van het land iets verminderd. Er is sindsdien een avondklok, maar die is iets versoepeld. Ook politiek gezien is het onrustig: de grootste regeringspartij is enkele weken geleden gesplitst. Daardoor is de islamitische partij Ennahda de grootste geworden. President Essebsi heeft sinds zijn aantreden een jaar geleden ook al de helft van zijn ministers vervangen.’

Hoe is dat zo gekomen?

‘Het is gemakkelijk oordelen, de beste stuurlui staan aan wal. Ik heb niet lang in Tunesië gewoond, ben eigenlijk veel meer Nederlands, maar een aantal zaken heeft hij volgens mij niet handig heeft aangepakt. Bijvoorbeeld zijn voorstel voor de Reconciliation Law, onaardig gezegd: om zakenmannen uit het oude regime hun geld wit te laten wassen. Ook is de implementatie van de nieuwe grondwet, waarmee Tunesië een parlementaire democratie werd, in de lagere wetgeving gestagneerd.

‘De economische situatie is slecht, er waren aanslagen, het is onveilig in Tunesië, maar ook los daarvan is Essebsi’s populariteit niet toegenomen, ook niet binnen zijn eigen partij.’

Is die politieke onrust de grootste uitdaging van Tunesië?

‘Nee, dat is wat mij betreft de maatschappelijke polarisatie, al vertaalt die zich natuurlijk naar de politiek en vice versa. Werkelijk overal bestaat controverse over.

‘Neem Ennahda, de islamitische partij, die tot de Jasmijnrevolutie vijf jaar geleden verboden was. Voor een deel van de Tunesiërs is dat nog steeds een verzetspartij. Voor de conservatieven heeft de partij juist haar geloofwaardigheid verspeeld met een aantal compromissen.

‘Voor anderen is de partij een wolf in schaapskleren, die heult met extremisten en nog net niet zelf achter de recente aanslagen zit.

‘Een andere kwestie is: hoe gaan we om met de geschiedenis van president Ben Ali, die het land na de Jasmijnrevolutie ontvluchtte. Is de oude politieke elite uit zijn tijd nog ergens voor nodig, of moeten ook zij met onmiddellijke ingang het land uit?’

Is Tunesia the way, eigenlijk?

‘Vijf jaar is te kort om daarover te oordelen. Bovendien spelen allerlei Tunesische vraagstukken eigenlijk ook in de rest van de wereld: de positie van politieke partijen, nieuwe vormen van sociale actie, en verminderde legitimiteit van instituties als vakbewegingen.

‘We zijn denk ik beland in een langere periode van transitie. Niet alleen Tunesië, maar ook Egypte, en ook Nederland, Engeland en Spanje. Aan de oppervlakte zal die ontwikkeling er in de Arabische regio anders uitzien, maar in essentie is het gewoon een regio, net als alle andere op de wereld.

‘Tunesië staat op een kruispunt. De lokale verkiezingen in 2017 zijn een testcase voor het kabinet, áls dat er dan nog is. Want dat is de vraag. Je halve kabinet vervangen en je partij zien verscheuren, dat doorsta je niet elk jaar.

‘Aan de andere kant: er werd gezegd dat het kabinet 2015 zo niet zou overleven, en dat is wel gelukt. Bovendien is het ook de vraag of de oppositie al volwassen genoeg is om een verschil te maken. Het wordt een spannende tijd.’ MVW

Vrijdag 12 februari, 15.15 – 17.00 uur

Lipsius, zaal 003