Studentenleven
Het moet een crime scene zijn
Henny Boogert fotografeert over de wereld studenten op kamers. ‘Ik wil graag de grote verschillen tussen studenten laten zien, dus ook de spoiled kids.’
woensdag 10 februari 2016

‘Duitse studenten hebben nettere kamers dan Nederlanders’, zegt fotograaf Henny Boogert. Voor het project Images Connect fotografeerde hij studenten in twaalf verschillende landen, in hun studentenkamers. ‘Hoewel, misschien hadden zij snel opgeruimd. Ik vraag wel altijd of studenten niks aan hun kamer willen veranderen. Het moet een crime scene zijn.’

Hij hangt een van zijn foto’s recht en klimt van het keukentrapje, in het Kamerlingh Onnes Gebouw. Daar is vanaf deze week zijn tentoonstelling Op Kamers te zien. ‘Alle foto’s moeten bij nader inzien wat hoger. In de pauze leunen de studenten blijkbaar tegen de muren.’ In mei verhuizen de foto’s naar Sociale Wetenschappen.

‘Vorig jaar kon ik met een vriendin mee naar Thailand, die haar vliegpunten moest opmaken. Ik ben er bij een boeddhistisch klooster geweest, met een universiteit om monnik te worden.’ Een grote print van een studerende monnik wil hij nog aan de tentoonstelling toevoegen. ‘Voor meer recentere afdrukken mis ik de financiën.’ Hij zou graag nog naar Cambridge gaan. ‘Ik wil graag de grote verschillen tussen studenten laten zien, dus ook de spoiled kids.’

Vluchtelingstudenten staan eveneens op zijn wensenlijstje. ‘Die hebben hun kamer verlaten en hun studie afgebroken om ‘m te peren. Ik zou ze graag fotograferen waar ze terechtgekomen zijn, bijvoorbeeld in Leiden. Maar in mijn eentje red ik dat niet, zonder mogelijkheden en ingangen.’

In veel landen werkte hij met fixers of bevriende fotografen. ‘Meestal werd er heel wat beloofd, maar bleven er uiteindelijk twee studenten over om te fotograferen. Dan ging ik de straat op. Vaak was er best wat wantrouwen tegenover een westerling die mee naar huis wilde.’

Het fenomeen op kamers kwam hij in alle landen tegen. ‘Op de Filipijnen en in Cuba wonen jongeren wel langer thuis. De universiteit is op de Filipijnen ook een iets ander begrip, daar ga je op je zestiende al naartoe.’ Hij wijst op een foto van een Filipijnse studente, wél op kamers. ‘In een soort pension, met tien meiden bij elkaar gepropt, hartstikke brandgevaarlijk.’

De kleinste kamer uit zijn fotocollectie vond hij in Manilla. ‘Er stond een stoel met maar drie poten, en op het bed lag de moeder van een kamergenote te pitten. Voorzichtig, op de rand van het bed, half in het donker, zat die studente te studeren.’ Het contrast is groot met de Delftse studentenkamer die verderop hangt. ‘In Delft en Leiden vond ik de mooiste kamers. Vaak wel van studenten die begonnen in een kast, en uiteindelijk doorverhuisden.’

‘Aan de telefoons en computers zie je dat sommige foto’s al een aantal jaar oud zijn. Het uiterlijk van een Nederlandse studentenkamer blijft verder vrij traditioneel.’ Hij zou graag nieuwe foto’s maken in Leidse studentenhuizen. ‘Als het lukt met de contacten en de financiën.’

Bij alle vrij kleurrijke kamers steekt zijn favoriete foto donker af: een Keniaanse studente onder een golfplaten dak. Zij moest haar studie in het laatste jaar afbreken, nadat ze haar stiefvader verloor, die betaalde. ‘Die foto is zo ruw. Inmiddels heeft ze gelukkig een baantje, bij een voetbalclub. Dat weet ik via Facebook. Ze zal nog steeds heel arm zijn. Mensen schetsen online graag een beetje een droomwereld. Het zou pas echt interessant zijn, als ik al mijn reizen over tien jaar nog eens zou kunnen maken, om te fotograferen hoe die studenten terecht zijn gekomen.’ MVW