Columns & opinie
Column: Zoektocht
woensdag 3 februari 2016

Geen ‘brandweerman’ of ‘astronaut’, maar ‘dat hoef ik nog niet te weten’ antwoordde mijn tweejarige oppaskindje toen ik hem vroeg wat hij later wilde worden. Ik stond toen, negen jaar geleden, op het punt eindexamen te doen en het maken van een studiekeuze kon ik niet al te lang meer uitstellen. Zonder dat ik het door had gehad, was het moment aangebroken dat ik blijkbaar wel moest weten wat ik wilde worden – zo voelde dat althans. Gelukkig bleek mijn studiekeuze pas het begin van een zoektocht.

In die tijd bezocht ik open dagen bij culturele antropologie, proefcolleges bij wiskunde en van alles ertussenin, maar al snel ontdekte ik dat ik nog niet zo gericht wilde kiezen. Alles leek wel interessant, maar tegelijkertijd kreeg ik de indruk dat het kiezen voor een studie betekent dat je je laat vastleggen in een strak curriculum met suffe colleges en opdrachten of practica die al door hordes ouderejaars waren uitgekauwd.

Ik belandde bij het University College in Utrecht, waar studenten een brede, internationale bacheloropleiding volgen door zelf hun vakkenpakket samen te stellen. Ik begon daar met het dwaze dan wel briljante idee om me te richten op een combinatie van filosofie, taalwetenschappen en kunstmatige intelligentie. Dwaas of briljant, ik zal het nooit weten, want drie jaar later stapte ik de wijde wereld in met een bachelor biomedische wetenschappen op zak.

Ik ben daar zelf nog verbaasd over. Op de middelbare school had ik biologie niet bijzonder interessant gevonden, maar ik bleek er toch meer mee te hebben dan ik van tevoren had kunnen bedenken. Dat kwam vooral omdat ik in die tijd een fascinatie ontwikkelde voor het onderwerp waar ik nu nog steeds onderzoek naar doe: de biologische klok - maar daarover een volgende keer meer.

Dat ik mijn persoonlijke interessegebiedje heb gevonden, is te danken aan de enorme keuzevrijheid die tijdens mijn bacheloropleiding geboden werd. Ik vroeg me bijvoorbeeld af hoe het kwam dat veel mensen elke dag voor de wekker wakker worden, en anderen juist totaal niet, en schreef er voor het vak fysiologie een essay over. Ik wilde weten of de activiteit van het hersengebiedje waar de biologische klok huist, met behulp van fMRI te meten is, en dook voor een opdracht van een neurowetenschappelijk vak de literatuur in.

Als stage deed ik onderzoek, bij een andere universiteit, naar de biologische klok in vetweefsel. En in mijn laatste jaar mocht ik, in plaats van nog een vak te volgen, een uitgebreide literatuurscriptie schrijven over de gezondheidsaspecten van, inderdaad, de biologische klok. Zou ik bij een andere opleiding al deze kansen ook hebben gekregen?

Lang niet iedere student zal gebaat zijn bij zoveel vrijheid en het zal ook niet elke studie ten goede komen. Maar waar studenten wel baat bij hebben, is de mogelijkheid buiten de gebaande paden te treden. Een tweejarige jongetje hoeft nog niet te weten wat hij wilt worden en die zoektocht hoeft niet opeens op te houden bij het maken van een studiekeuze zestien jaar later.

Ik gun iedereen ook zo’n mooie zoektocht en hoop dat die zo lang mag duren als je wilt.

Laura Kervezee promoveert bij het Leids Universitair Medisch Centrum