Studentenleven
Column: Aftaaien
woensdag 27 januari 2016

Net gearriveerd in het studerende leven, ligt de wereld aan je voeten en is er niemand die jou gaat vertellen wat je wel of niet kan doen. Met je 18 jaar, soms jonger soms ouder, ben je vers los van het ouderlijk gezag en is plotseling elke avond borrelavond geworden. Weekdagen zijn het verlengde van je weekend en mooi niet dat jij je laat vertellen dat het nog geen vijf uur is. Het is altijd wel ergens vijf uur. Gezelligheid kent zeker geen tijd en dat hoorcollege van morgen kun je vast wel ergens terugkijken.

Geef maar toe, je voelt je een jonge god. Eentje van bijna rubensiaanse proporties, want niks verdrijft die dikke vette kater als een oerdegelijk ontbijtje van restaurant De Gouden Bogen en dat eerste biertje de dag erna. Laat niemand je verleiden tot het heidense geloof van superfoods en gezonde antikatermiddelen: op jouw leeftijd is dat je reinste onzin.

Tot op een zekere leeftijd kun je je gedragen alsof je geen verantwoordelijkheden kent en al je problemen morgen ook kunt aanpakken. Je studententijd is de mooiste tijd van je leven. Zegt men.

Totdat je lichaam besluit je zo rond je 23e levensjaar een schop onder je kont te geven en niet langer medeplichtig wil zijn aan jouw lichte alcoholverslaving. Al die jaren dat ontnuchtering je permanente modus operandi was en een kater bestond uit of koppijn, of misselijkheid of racekak zijn plotsklaps voorbij.

Niet langer ben jij de hekkensluiter, maar de eerste aftaaier en is het meer dan zes biertjes drinken al behoorlijk riskant. Een avondje in de kroeg wordt beloond met een bezoekje van de man met de hamer, die je genadeloos met alle bovenstaande kwaaltjes opzadelt. Uit bed komen doet van je tenen tot je kruin pijn, maar je weet bij God niet meer waar het fout is gegaan en aan welk drankje je deze malaise te danken hebt.

Ja echt, er komt in je studententijd een moment dat een Big Mac niet langer wondermiddel nummer één is en dat zelfs de gedachte aan zo’n broodje karton met cheddar je huilend boven de plee laat hangen.

Hoewel ons aller levensmotto nog niet op een obscuur plekje op je lijf in zwarte inkt vereeuwigd is, wordt het ineens wel heel moeilijk om met de jongere generatie mee te kunnen en te carpe diemen tot je er bij neervalt. Een treurige gedachte, vind je niet?

Hopelijk heb je nog even totdat de levensteller dat gevreesde getal aantikt en het dus gedaan is met de oneindige pret. Nu heb je nog de kans en het excuus om die corporale negen na te streven, tot het gaatje te gaan en een onvergetelijke (of juist achteraf vergeten) avond te beleven. Daarna begint de aftakeling.

Esha Metiary