Achtergrond
Ik dacht: ik ga gewoon lopen
Als negenjarig jongetje liep Tuqa Jirmo Huqa (43) weg van huis. De reden: hij wilde naar school, honderd kilometer verderop. Vorige week promoveerde hij in Leiden op het gedrag van leeuwen.
Frank Provoost
woensdag 25 november 2015
Om ze te kunnen volgen hebben we drie mannetjes en zeven vrouwtjes verdoofd en een halsband omgedaan met daarin GPS-apparatuur. © Ben Curtis/AP/Hollandse Hoogte

‘Ik ben de jongste van tien kinderen. We woonden we in een afgelegen gebied in het noorden van Kenia, hielden vee en leefden als nomaden: altijd weer op zoek naar water en nieuwe stukken voor onze koeien om te grazen. Dat was mijn jeugd: van plek naar plek trekken, achter de kudde aan.

‘Rond mijn negende kwamen we in een nieuwe streek terecht, zo’n honderd kilometer van onze geboortegrond. Daar bleek een schooltje te staan. Nazareth School was gesticht door missionarissen. Toen zij aankondigden dat alle kinderen er les konden krijgen, dacht ik: dat is mijn kans.

‘Opeens zat ik tussen kinderen die even oud waren als ik. Samen je best doen, tekenen, leren lezen, maar ook lachen en vrienden maken: dat was volkomen anders dan elke dag alleen op het vee letten. En veel leuker.

‘Totdat mijn ouders besloten dat we weer teruggingen naar onze geboortegrond. Ik protesteerde, maar moest natuurlijk mee. Vanaf het moment dat we weer thuis waren, wilde ik terug. Als ik me nu probeer in te beelden wat me toen heeft bezield, durf ik dat eigenlijk niet te zeggen. Ik dacht totaal niet aan mijn familie en wilde per se terug naar school. Ook al stond die honderd kilometer verderop.

‘Op een ochtend dacht ik: ik ga gewoon lopen. En ook al was ik gewend om lange afstanden af te leggen met de kudde, dit was wel heel erg ver. Het had misschien in één dag gekund, maar ik heb er twee over gedaan.

‘Toen de avond viel, werd ik bang. In het donker zou ik natuurlijk een makkelijke prooi zijn. Om de nacht door te brengen klom ik daarom in een boom. En zodra ik roofdieren hoorde, klom ik nog hoger, tot helemaal in de top, waar ze niet konden komen. Daar heb ik gewacht tot het licht werd.

‘Ik denk dat geluk me de weg heeft gewezen. De leraar wist niet wat hij zag. Hij verwelkomde me, maar bleef wel benadrukken welke gevaren ik allemaal had gelopen. En ik had natuurlijk een probleem: behalve hem kende ik alleen de kinderen uit mijn klas. Het was geen kostschool vol voorzieningen ofzo, waar je kon verblijven. Helemaal niet zelfs. Het was gewoon een eenvoudig gebouwtje met muren van klei.

‘De eerste drie weken kon ik blijven slapen bij een familie die zich over me had ontfermd. Daarna hielp een missionaris me verder. Hij bracht me in contact met een Nederlands gezin. Daar heb ik vier jaar gewoond, totdat ik naar de middelbare school ging.

‘Ondertussen had ik mijn ouders natuurlijk totaal overstuur gemaakt. Zij kwamen er pas op de avond van mijn vertrek achter dat ik er niet was. Eerst hebben ze nog proberen te zoeken, maar na een tijdje ontdekten ze dat ook mijn schoolboeken waren verdwenen. Toen snapten ze wat er aan de hand was.

‘Uiteindelijk hebben ze het geaccepteerd. Ze zijn nooit naar school geweest en kennen de rijkdom van onderwijs niet. Na een tijdje ben ik bij ze langs gegaan, om het proberen uit te leggen. Het koste moeite, maar uiteindelijk heb ik ze weten te overtuigen. Sindsdien steunen ze me.

‘Na de middelbare school kon ik aan de slag als ranger bij de Kenya Wildlife Service. Maar ik wilde verder en kreeg verschillende beurzen, onder meer van het Wereldnatuurfonds, om te studeren aan de universiteit van Nairobi. Toen ik daar mijn master biological conservation had gehaald, kon ik dankzij een uitwisselingsprogramma van het Nuffic naar Leiden om te promoveren.

‘Tijdens het onderzoek heb ik een groep leeuwen zes jaar lang in de gaten gehouden, in het Amboseli National Park. Om ze te volgen hebben we drie mannetjes en zeven vrouwtjes verdoofd en een halsband omgedaan met daarin gps-apparatuur.

‘Uitgerekend in die periode ging het gebied gebukt onder een langdurige droogte. Ik kon dus precies zien hoe de leeuwen daarop reageerden. Volgens welke routes verplaatsten ze zich? Welke afstanden legden ze daarbij af? Hoe pasten ze hun dieet aan? En wat was het effect hiervan op de lokale bevolking?

‘Toen zebra’s en gnoes, de belangrijkste prooidieren, als gevolg van de droogte massaal stierven, moesten de leeuwen noodgedwongen overstappen op ander voedsel. Dat varieerde van grote beesten zoals giraffes en buffels tot kleine zwijnen en gazelles.

‘En niet te vergeten: vee. Mijn vader is ook koeien verloren door aanvallen van leeuwen. Het is voor de gemeenschap moeilijk om de waarde in te zien van de roofdieren die hen en hun kuddes bedreigen. Ik heb zelf ook nog steeds koeien. Als er eentje wordt gegrepen door een leeuw, doe ik niets. Maar voor de traditionele veehouders ligt dat vaak anders.

‘Bovendien maakt het doden van leeuwen bij de Masai onderdeel uit van een lange traditie. Vanwege hun klauwen en lange manen zijn vooral de mannetjes geliefd. Mijn onderzoek bevestigt dat er meer mannetjes dan vrouwtjes zijn gedood. We zijn nu bezig met projecten om de bevolking het ecologische belang van leeuwen te laten inzien. Dat is soms lastig, maar het gaat vooruit. Behalve op onderwijs en voorlichting proberen we geld bij elkaar te krijgen. Zo kunnen boeren die vee verliezen een schadevergoeding krijgen. De regering en donoren helpen ons daarbij.

‘Morgen, twee dagen na mijn promotie, vlieg ik terug naar Kenia. Ik ben inmiddels senior park manager van Amboseli. Ik hou me nu weer met alle beesten bezig, in plaats van uitsluitend met leeuwen. Mijn positie is weer wat gunstiger dan toen ik in Leiden begon. De bagage en instrumenten zijn verbeterd: ik heb meer kennis en leidinggevende kwaliteiten. Misschien ga ik hierna wel door naar het hoogste niveau: de Keniaanse regering.

‘Ik wil de hele wereld aanmoedigen: blijf geloven in een beter bestaan. Ook al lijkt het soms dat je geen kansen krijgt, dat hoeft niet het einde te betekenen. Volg je dromen, ook als je een nomade bent die nog nooit naar school is geweest. Bovendien kun je hulp krijgen. Behalve beurzen heb ik heel veel steun gekregen van iedereen om me heen.

‘Als klein jongetje had ik hier nooit van durven dromen. Ik ben een dankbaar en tevreden mens. Ik heb nu zelf vier kinderen. Die gaan uiteraard naar school. Ik hoop dat ze later allemaal dokter of professor worden.’

Foto Pim Rusch

Tuqa Jirmo Huqa, The impact of climate variability on the ecology of a lion (Panthera leo Linnaeus 1758), Population and lion-livestock conflicts in the Amboseli ecosystem in Kenya. Promotie was 19 november