‘Vorig jaar was ik al Miss Trekkertrek’, vertelt eerstejaarsstudent rechtsgeleerdheid Lisa Reyneveld (20). Op de Boerinnenkalender 2016, die vrijdag gepresenteerd wordt, is ze Miss Januari. Ze woont nog bij haar ouders op de boerderij in Koudekerk aan den Rijn. ‘Ik vind het nog wel even goed zo. Er is altijd iemand thuis en mijn opa en oma wonen vlak achter ons. We hebben 140 koeien, twee geiten, een kat die net een nestje heeft, een hond en er lopen altijd wat schapen.’
Daar komt meer bij kijken dan Boer Zoekt Vrouw laat zien. ‘Daar zie je vooral de leuke dingen, maar er moet onwijs veel gebeuren. Het is het wel enige programma dat we met z’n allen kijken thuis. Twee jaar geleden deed er een boer mee die we kenden.’
Voor de Boerinnenkalender gaf Reyneveld zich op na een Facebook-oproep. ‘Mijn voorganger als Miss Trekkertrek had ook al op de kalender gestaan.’ Dat was Lisa van Heijningen, die inmiddels is uitgeroepen tot Miss Boerin Benelux. ‘Zelf heb ik niet meegedaan om een modellencarrière te starten, maar ik zou er geen “nee” tegen zeggen.’
Er waren 191 aanmeldingen voor de kalender. ‘Ik hoorde bij de laatste dertig, en daarna bij de laatste zestien, die uiteindelijk een fotoshoot kregen.’
Haar foto hangt begin 2016 dus op verschillende boerenbedrijven. ‘In schuren en loodsen, niet zo snel in de huiskamer’, denkt ze. ‘“Vind je het niet erg om een lustobject te zijn?” vroeg iemand me. Verder heb ik alleen maar leuke reacties gehad.’
De fotoshoot was op een boerderij in Drenthe. ‘Ik werd helemaal opgemaakt en mijn moeder, die kapper is, krulde mijn haar. Het was de bedoeling dat ik op de foto zou gaan in het maïsveld of tussen schapen, maar het was niet normaal slecht weer.’
Ze had kleren van thuis meegenomen, maar die keurde de organisatie niet goed.
‘Zó, dat is aardig bloot, dacht ik toen hun outfit zag. Ik zag mijn moeder ook wel even kijken. Maar dat hoort natuurlijk bij zo’n kalender. Het was even wennen, maar op het strand draag ik ook een bikini. Sommige meiden poseerden in lingerie. In mijn aanmelding had ik al gezegd dat ik niet helemaal bloot wilde, want dát hoort dan weer niet bij een boerderij. Ik droeg een spijkerbroekje, een beetje stoer.’
Bíjna vergelijkbaar met wat ze draagt als ze haar vader helpt met inkuilen. ‘Dat is het gras van het land halen, in de zomer. Meestal is het lekker weer, dan word ik meteen een beetje bruin. Maar dan trek ik wel oude kleren aan hoor.’
Het meeste werk is voor haar broertje, die de boerderij later wil overnemen. ‘Die moet ’s avonds regelmatig schrappen, de koeienpoep wegschuiven. Mijn opa, van wie mijn vader het bedrijf weer heeft overgenomen, helpt ook nog veel. Ik breng wel koffie naar de mannen, maar door mijn studie heb ik er verder niet veel tijd voor.’ Strafrecht spreekt haar vooralsnog het meest aan, en jeugdrecht. ‘Wie weet kom ik met rechten alsnog in de agrarische sector terecht.’