Nieuws
'Kabinet investeert nauwelijks'
De vereniging van universiteiten VSNU is ontevreden met de onderwijsbegroting voor volgend jaar,die op Prinsjesdag werd gepresenteerd. Ook studentenorganisaties zijn verontwaardigd, omdat extra investeringen in onderwijs en onderzoek uitblijven.
woensdag 16 september 2015

De invoering van het leenstelsel levert de regering op langere termijn 1 miljard euro op. Dit geld zou geïnvesteerd worden in de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.

‘Een belangrijk resultaat van het hervormingsbeleid is dat het hoger onderwijs er ongeveer vierduizend docenten bij krijgt en nog enkele honderden onderzoekers met een onderwijstaak. Voor studenten betekent het fors meer persoonlijke aandacht, intensievere begeleiding en een betere entree op de arbeidsmarkt. Deze investering in onderwijskwaliteit wordt betaald uit geld dat vrijkomt door de invoering van het studievoorschot voor studenten’, zei Koning Willem-Alexander dinsdag in de troonrede.

Maar volgens de universiteitskoepel VSNU is er van extra investeringen in onderwijs en onderzoek voorlopig nog geen sprake. De universiteiten willen dan ook dat de overheid de investeringen versnelt en verhoogt. ‘De middelen uit het studievoorschot, oplopend tot maximaal 1 miljard, zijn vanaf 2018 beschikbaar, en daarom nog niet opgenomen in de begroting’, schrijft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inderdaad op haar website.

‘Deze extra docenten zijn er voorlopig nog niet. Het is niet duidelijk hoe de onderwijskwaliteit voor de huidige studenten verbetert’, reageerde voorzitter van de Landelijke Studenten Studenten Vakbond (LSVb) Sara Spano op de Miljoenennota.

In afwachting op de middelen die door het leenstelsel beschikbaar worden, is met universiteiten en hogescholen afgesproken dat zij zelf jaarlijks een voorinvestering van 200 miljoen doen. Maar ook daarover heerst nog onduidelijkheid. De LSVb pleit dan ook voor meer transparantie. Spano: ‘Iedere student aan iedere universiteit of hogeschool die zijn of haar basisbeurs is kwijtgeraakt moet kunnen zien dat de kwaliteit van het onderwijs verbetert.’

In 2016 komt er wel 292 miljoen euro uit het Nationaal Onderwijsakkoord beschikbaar, maar van al dat geld gaat er slechts 1,1 miljoen euro naar het wetenschappelijk onderwijs. Daar staat tegenover dat er maar liefst 93 miljoen naar het primair onderwijs, 53 miljoen naar het voortgezet onderwijs en 119 miljoen naar het beroepsonderwijs en volwasseneducatie gaat.

In de troonrede werd ook de Nationale Wetenschapsagenda aangehaald: ‘Het doel is om de sterke punten van de Nederlandse wetenschap uit te bouwen en keuzes te maken die zorgen voor een herkenbaarder profiel van instellingen. Dit geeft niet alleen een impuls aan de internationale positie van onze universiteiten, maar ook aan de innovatie- en concurrentiekracht van onze industrie en andere kennisintensieve sectoren.’

Maar ook voor de Wetenschapsagenda werd geen extra geld uitgetrokken, deze Prinsjesdag. VSNU-voorzitter Karl Dittrich vreest ‘dat de agenda zonder extra financiële middelen een symbolisch wensenlijstje zal zijn.’