Nieuws
Minder korting op budget faculteiten
Faculteiten krijgen volgens de zogeheten budgetfactor minder geld dan waar ze eigenlijk recht op hebben. Een eerder aangekondigde extra bezuiniging wordt nu teruggedraaid.
Vincent Bongers
woensdag 9 september 2015

De universiteit trekt zoveel studenten, dat de faculteiten volgens het universitaire geldtoewijzingssysteem AEG flink meer geld zouden moeten krijgen. Ze krijgen echter niet al dat geld, want de universiteit krijgt dat niet van het ministerie. Dus houdt het college van bestuur een beetje op de geldstroom in, de zogeheten budgetfactor. Faculteiten krijgen drie procent minder budget dan waar ze op basis van hun onderwijsprestaties recht op hebben.

Deze korting zou in 2017 verhoogd worden naar vijf procent, en in 2018 zou daar nog een half procent bij komen. ‘Deze verhoging is echter ongedaan gemaakt’, zei Dennis Hoitink, de portefeuillehouder bedrijfsvoering van Rechten, vorige week tijdens de faculteitsraadsvergadering. ‘Dat betekent dat we structureel zes ton meer hebben om uit te geven dan eerder verwacht. Dat geld wordt gebruikt om meer wetenschappelijk personeel aan te nemen. Er is ook een veelgehoorde wens van medewerkers dat er meer ruimte komt voor onderzoek. Daar willen we voor zorgen.

De raad besprak de facultaire begroting voor 2017-2019. ‘Het gaat goed met de faculteit’, aldus Hoitink. ‘De faculteit verwacht dit jaar bijna negen ton in de plus te eindigen. De instituten kleuren keurig binnen de lijntjes.’

Soms wel iets te netjes, blijkt uit de begroting. ‘De faculteit stuurt aan op een begroting die op nul uitkomt. Dat lukt al een aantal jaar niet’, zei raadslid en universitair docent bedrijfswetenschappen René Orij.

‘Het is geen doel om geld over te houden’, erkende Hoitink. ‘Het is echt onzin om geld op te potten. De facultaire reserve is tien miljoen, dat hoeft echt geen twaalf miljoen te worden.’

Orij: ‘De instituten geven te weinig uit. Er komt dan geld binnen, bijvoorbeeld van de advanced masters, en dat wordt dan nog erg als incident gezien. Met als gevolg dat de hand op de knip blijft. Het is een knokpartij tussen de afdelingen binnen het instituut om binnen de begroting te blijven. Ik heb de indruk dat iedereen elkaar hierdoor in een soort houdgreep houdt.´

‘De financiële ruimte die er nu al wel is, wordt niet optimaal benut,’ aldus Hoitink. ‘Iedereen houdt nu een klein beetje geld over. Maar bij elkaar is dat een groot bedrag. Het is de kunst om dat niet te doen, maar dat moeten de instituten zelf regelen.’ Er zat volgens de begroting in juli van dit jaar een gat van rond de 20 fte tussen de ‘personeelsbehoefte’ en de daadwerkelijke bezetting van de faculteit.

Maar het ligt niet alleen aan zuinigheid. ‘Het is voor sommige afdelingen ook heel moeilijk om goed personeel aan te trekken. Kijk bijvoorbeeld naar de financieel juristen. Het lukt hen haast met geen mogelijkheid om mensen binnen te halen. Ze kunnen simpelweg niet concurreren met het bedrijfsleven. Dat is erg lastig.’