Columns & opinie
Opinie: Die jaarrekening komt later wel
Minister Bussemaker wil met een stage het idealisme terugbrengen in het hoger onderwijs. Maar ze kan beter naar het verleden kijken, betogen Tim Kluwen en Jacob van de Beeten. Een universitair diploma moet weer het bewijs zijn van moreel besef en maatschappelijke betrokkenheid.
donderdag 18 juni 2015

Met de fraaie drieslagen ‘Bildung, betrokkenheid en burgerschap’ in plaats van ‘kennis, kunde, kassa’ stelde minister Bussemaker in Buitenhof onlangs het gebrek aan idealisme in het universitair onderwijs aan de kaak.

Ze legt een belangrijk probleem bloot: de universiteit is een beroepsschool geworden waar kennis centraal staat. Haar voorstellen zullen echter niet bijdragen aan meer idealisme. Een andere benadering van universitair onderwijs doet dit wel.

Een universitaire studie heeft tegenwoordig primair ten doel het opdoen van vakinhoudelijke kennis en academische vaardigheden. Zoals de minister terecht stelt, is dit niet voldoende. Een universiteit moet meer zijn dan een leerfabriek waar je een bachelordiploma kunt halen zonder ooit de vraag te stellen waarom en met welk doel je kennis opdoet. De universiteit is dé plek om een moreel besef te ontwikkelen bij de leiders – van bankier tot politicus – van morgen.

Om dit te creëren stelt de minister onder andere voor studenten stages te laten lopen. Hierdoor zouden studenten meer van de maatschappij zien. Dit moet leiden tot een groter maatschappelijk bewustzijn en meer empathie. Bussemaker voegt hieraan toe dat stages al een grote rol spelen op het hbo maar dat dit op de universiteit niet het geval is. Dit moet echter vooral zo blijven. Koffie schenken is wellicht een realistische voorbereiding op de arbeidsmarkt, maar het zal niet bijdragen aan een groter maatschappelijk bewustzijn onder studenten.

Een ander voorstel van de minister is om mensen die een hbo-opleiding volgen toegang te geven tot universitaire vakken, zoals ‘een sportopleiding aan het hbo met gezondheidswetenschappen op academisch niveau’ (de Volkskrant, 6 juni). Het doel van deze mogelijkheid is vwo’ers die eigenlijk niet geschikt zijn voor de universiteit voor het hbo te laten kiezen. Het zegt veel dat de minister denkt dat het onderwijs aan de universiteit geschikt is voor het hbo-niveau. De enige logische conclusie van die veronderstelling is dat de vakken die hiervoor in aanmerking komen, zoals bijvoorbeeld gezondheidswetenschappen, niet op de universiteit thuishoren.

Wie zich verdiept in de geschiedenis van het hoger onderwijs, snapt al snel dat universiteiten, van Plato’s Academie tot Harvard College, niet werden opgericht om een chirurg te leren snijden of een manager te leren managen. De universiteit had ten doel studenten breed op te leiden tot volwaardige deelnemers aan het maatschappelijke leven. Het opdoen van kennis was secundair. Een universitair diploma was het bewijs van moreel besef en maatschappelijke betrokkenheid. Hierop volgde een vakinhoudelijke verdieping.

Wil minister Bussemaker idealisme weer een plaats geven op de universiteit, dan moet zij dus kijken naar het verleden. Vakinhoudelijke kennis zal, op bachelorniveau, moeten plaatsmaken voor een meer algemene opleiding gericht op het ontwikkelen van karakter. Het model van de liberal arts-opleiding aan de university colleges biedt hiervoor een goed uitgangspunt.

De populaire university colleges - elke universiteit heeft er inmiddels één - bieden brede Engelstalige bachelors aan in klassen van twintig studenten. Het idee achter deze studie is niet het opdoen van vakinhoudelijke kennis, maar persoonlijke ontwikkeling ten bate van de samenleving. Naast technische kennis wordt aandacht besteed aan vragen die in eerste instantie wellicht niet direct relevant zijn voor onze professionele toekomst. Hierbij moet worden gedacht aan vragen als: wat is goed en hoe is de ideale maatschappij ingericht?

Door hierover na te denken leer je niet een jaarrekening te interpreteren, maar het creëert wel een begin van dat morele besef waar we naar streven. Laat studenten tijdens de eerste jaren van hun studie aan deze persoonlijke ontwikkeling werken, die jaarrekening komt in de 45 jaar daarna wel.

Tim Kluwen en Jacob van de Beeten

studeren Rechten in Leiden en Liberal Arts aan het Leiden University College in Den Haag