Columns & opinie
Small Science
woensdag 17 juni 2015

Statisticus Aad van der Vaart kreeg vrijdag een Spinozapremie van tweeëneenhalf miljoen. Dat was uiteraard welkom, maar eigenlijk had hij liever gezien dat die investering in zijn vakgebied wat beter was uitgespreid (zie: Big Data, zonder de reclame).

In de zaal van de bekendmaking was eerder die dag een debat over Big Science. Dat is een verzamelnaam voor grote wetenschapsprojecten waaraan veel wetenschappers samenwerken. Het koudelab van Kamerlingh Onnes werd als voorbeeld gegeven, en de ontwikkeling van de atoombom, en de Large Hadron Collider (LHC) van kernfysica-instituut CERN in Genève.

De aftrap voor het debat werd gegeven door NWO-baas Jos Engelen. NWO is een organisatie die jaarlijks zo’n zeshonderd miljoen euro verdeelt onder wetenschappers. Jos Engelen is van huis uit kernfysicus. Niet heel verrassend dus, dat hij voorstander was. ‘Zulke projecten verleggen de grenzen van ons kunnen. De ontdekking van het Higgs-boson kostte’ – hij wapperde even met zijn handen om te benadrukken dat we hier niet op een miljardje meer of minder moesten kijken – ‘vijf miljard. Was het dat waard? Volmondig ja.’

Iets later: ‘Financiële beperkingen zullen voorlopig niet de grenzen van Big Science bepalen.’ Er waren wel wat morele problemen: die atoombom was toch niet zo’n mooi cadeau van de natuurkunde aan de wereld, bijvoorbeeld. En bij de deeltjesversneller was er wat angst bij het publiek dat het ding een zwart gat kon scheppen dat de aarde zou vernietigen. ‘Vooral goed uitleggen wat je doet en waarom’, was zijn devies.

Maar elke euro die naar de LHC, reuzentelescopen of het 100.000 genomen-project gaat, gaat niet naar andere wetenschap. Vijf miljard euro, dat zijn tweeduizend Spinozapremies. De Vici-subsidie, een grote NWO-beurs voor gevestigde onderzoekers, bedraagt anderhalf miljoen euro. Je zou dus 3333 Vici’s uit kunnen delen voor het geld van één Higgs-boson, en een half miljoen euro overhouden. Dat zou, zeker weten, geen Higgs-boson hebben opgeleverd. Maar misschien wél andere mooie, waardevolle of zelfs nuttige wetenschap. Een zure journalist achterin in de zaal (oké, dat was ik) wierp de vraag op of dat niet ook een goede besteding van die miljarden was geweest. Antwoord kwam er niet echt. Iemand wist dat investeringen in CERN zich tot nu toe goed terug betaalden, maar of andere takken van wetenschap daarbij achterblijven, bleef onduidelijk.

Tel daarbij op dat ook het geld voor de niet-zo-grote wetenschap in steeds grotere brokken wordt verdeeld. Met de baten stijgen ook de kosten en de risico’s. Het verzamelen van een consortium en het schrijven van een voorstel voor een grote Europese beurs kost algauw een jaar. Minder dan een kwart van die aanvragen heeft succes, afhankelijk van de precieze geldpot. Daar wordt een heleboel publiek geld, tijd en energie weggepist. Wie te vaak achter het net vist, moet de wetenschap verlaten. Voor elke Van der Vaart bij wie het geld tegen de plinten klotst, zijn er ex-onderzoekers die liever hadden gezien dat er wat meer, en dan maar wat kleinere beurzen waren.

In de eetwereld dreigde het ongezonde, smakeloze en homogene fastfood lokale keukens te verdringen. Als reactie daarop ontstond de slow food-beweging, die lekkerder en duurzamer eten propageerde. Als de Big Science straks een te grote slokop is geworden, komt er vast ook een Small Science-beweging. Ik wil er wel bij.

DOOR BART BRAUN