Achtergrond
Blanke terreur
Met de afschaffing van de slavernij in 1865 was de ellende voor de zwarte bevolking in het Zuiden van de Verenigde Staten nog lang niet voorbij. Historicus Mark Leon de Vries promoveert op de geweld­dadige strijd die militante blanken bleven voeren. ‘Als ze een zwarte zagen, legden ze die om.’
woensdag 22 april 2015
Spotprent uit Harper’s Weekly van 1876: een zwarte man stemt ‘geheel uit vrije wil’ op de Democraten.

Het gerechtsgebouw in Colfax, Louisiana staat in brand. Het is 13 april 1873 en zwarte inwoners die zich in het gebouw hebben verschanst slaan op de vlucht voor de vlammen. Op dit moment hebben de blanke belegeraars gewacht. Het is prijsschieten. Wie niet ter plekke sterft, wordt gevangen genomen en later geëxecuteerd.

‘Het was een enorme slachtpartij’, zegt historicus Mark Leon de Vries (1981). ‘Er worden iets van tachtig zwarten vermoord.’ De Vries promoveert vandaag op een onderzoek naar de zeer gewelddadige wijze waarop blanken in het Zuiden van de Verenigde Staten verhinderen dat de zwarte bevolking gebruik kon maken van haar burgerrechten.

‘Het is een vergeten periode. Het past niet goed in het beeld dat de meeste Amerikanen van hun geschiedenis hebben: een voorwaartse mars naar de ideale samenleving’, legt De Vries uit. ‘Het Noorden wint in 1865 de Burgeroorlog van rebellerende Zuidelijke staten. De slavernij is dan voorbij. Zwarten zijn dus vrij voor de wet, ze zijn freedmen. Maar hun dagelijkse realiteit is heel anders. De hervorming, de zogeheten Reconstruction, faalt jammerlijk. De wet is een dode letter.

‘In deze tijd zijn de Republikeinen progressief en Democraten juist conservatief. Een kleine groep politici, de Radical Republicans, wil dat zwarten volwaardige burgers worden. Het Zuiden verzet zich hier hevig tegen.’

De Vries zoomt in zijn onderzoek in op een specifiek deel van het Zuiden. ‘Red River Valley is een afgelegen plattelandsgebied in het noordwesten van de staat Louisiana. Langs de rivier had je grote katoen- en suikerplantages. Dieper wordt the Deep South niet. Er heerste extreem veel geweld. In dit gebied zijn vier keer zoveel moorden gepleegd als in de op een na gewelddadigste regio.

‘Het gebied is ver weg van de gouverneur in hoofdstad New Orleans. Als het water in de rivieren hoog stond, dan duurde een reis per stoomboot een paar dagen. Stond het water laag, dan was het gebied min of meer afgesloten. De meerderheid van de inwoners in deze streek was zwart. Maar er woonden ook relatief veel blanken. Die probeerden de zwarten weg te houden van de stembus. Dit was niet alleen een politieke strijd. Het was terrorisme, een guerrillaoorlog met veel bloedvergieten.’

De eerste grote geweldsgolf vindt plaats rond de verkiezingen van 1868. ‘Het escaleert enorm. Er doen verhalen de ronde over lijken die in de rivier drijven. Een dronken blanke man uit Arkansas genaamd Gibson verschijnt op de plantage Shady Grove en vraagt of er ook “radical niggers” zijn. Hij vuurt uit baldadigheid in de richting van een oude zwarte man. De zwarten op de plantage bijten van zich af. Ze grijpen de dronkaard en binden hem vast. Al gauw loopt het uit de hand en er worden twee blanken vermoord. De gevolgen zijn rampzalig. De blanke bevolking uit de regio jaagt de zwarten op. Dan volgt er een waar bloedbad met tientallen doden. Als ze een zwarte zien, dan leggen ze die om. Ze vegen het gebied schoon.’

Ook met zwarte stemmers loopt het slecht af. ‘Sam Watson, een freedman met een stalletje waarin hij appels verkoopt, wordt door twee blanken vermoord omdat hij het als enige zwarte in de gemeente Caddo had gewaagd om op de Republikeinse partij te stemmen.’

Het is niet zo dat de federale overheid niets doet tegen het geweld. ‘Het leger grijpt wel degelijk in, maar er zijn te weinig troepen. Als er ergens soldaten verschijnen, wordt het ook onmiddellijk rustig. Maar dan laait het geweld op een andere plek weer op. Het is een soort waterbedeffect. De overheid wil voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. De economie draait ook slecht in de jaren 1870. Er is geen bereidheid om geld en manschappen te stoppen in het verdedigen van de rechten van zwarten.

Voor een langdurige bezetting van het Zuiden is geen politieke steun. Het Noorden wil ook herstel van de Unie. Als er teveel druk op het Zuiden wordt gelegd om te hervormen dan komt dat in het gedrang.

Het geweld tegen zwarten wordt vaak geassocieerd met de Ku Klux Klan. ‘Die speelt echter maar een kleine rol in Louisiana in deze periode. Mensen kopieerden wel de witte puntmutsen van de Klan, maar er zat geen doortimmerde organisatie achter.

De theatrale Klan fungeerde zelfs als een soort rookgordijn om het politieke karakter van de terreur te maskeren en het geweld belachelijk te maken. Zo van: het is allemaal maar spel. Ach, er rijden mannen in witte lakens door de stad. Die zwarten snappen niet dat dat een lolletje is.’

De drijvende kracht achter het geweld is The White League. ‘Dat is geen geheim genootschap maar een strak georganiseerde terreurgroep die heel gericht geweld toepast. Ze vermoorden de leiders van hun tegenstanders. Ze voeren ook een mediacampagne om hun zaak te bepleiten. The League wordt door de federale overheid veel minder als een dreiging gezien dan de Klan.’

In 1873 komt het geweld tot een bloedig hoogtepunt met de bestorming van het gerechtsgebouw in Colfax. In 1877 houdt de strijd op. Het leger trekt zich formeel terug uit het Zuiden en de zwarten worden aan hun lot over gelaten. De federale overheid capituleert voor de terreur en ruilt de rechten van zwarten in voor politieke rust. Zo cynisch is het.’

Promotie: 23 april

‘Het leven van zwarten is nog steeds fundamenteel anders dan dat van blanken’, zegt promovendus Mark Leon de Vries. ‘Het zijn twee werelden. Omdat ik geen geld had om een auto te huren nam ik in de stad Shreveport in Louisiana de bus van mijn motel naar het archief waar ik onderzoek deed. Heel vaak was ik de enige blanke. De sociaal economische kloof is nog enorm.’

Het mislukken van de Reconstruction is het begin van segregatie, legt hij uit. ‘Er volgt een lange periode van rechteloosheid van zwarten die duurt tot aan de doorbraak van de burgerrechtenbeweging in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. Blanken kunnen heel lang straffeloos geweld plegen tegen zwarten. Pas de laatste jaren worden er mensen veroordeeld voor zaken die zestig jaar geleden speelden.

‘Die straffeloosheid echoot door in het politiegeweld waar nu veel aandacht voor is. Eigen rechter spelen is typisch Amerikaans. Neem de zaak Trayvon Martin: dat was een zwarte jongen van zeventien die in 2012 werd doodgeschoten door een burgerwacht. Hij hield zich op in een wijk die niet de zijne was. Dan moest hij wel een crimineel zijn natuurlijk. De burgerwacht is vrijgesproken.

‘Zelfs bij de elite zie je het litteken van straffeloosheid terug. De burgemeester van New York, Bill de Blasio, is zelf blank maar hij heeft een zwarte vrouw. Hij heeft zijn zoon, die een donkere huid heeft, gewaarschuwd dat hij als jongen met een kleurtje extra voorzichtig moet zijn in de omgang met de NYPD - een organisatie waar De Blasio zelf de baas van is!

‘Die incidenten die nu zo in het nieuws zijn, maken bij de zwarte bevolking zoveel los omdat ze het typerend vinden voor de manier waarop de politie hen benadert. Voor elk incident zijn er wel tien vergelijkbare gevallen waarvoor geen media-aandacht is.

‘Er is wel wat aan het veranderen. Die agent die onlangs in South Carolina een zwarte man in de rug schoot, is ontslagen en die politievakbond heeft hem laten vallen. Hopelijk wordt het nog eens normaal dat je niet zomaar een zwarte man neerschiet.’ VB