Achtergrond
In het oog van de orkaan
KNMI-onderzoeker Ad Stoffelen vloog met Amerikaanse Hurricane Hunters dwars door orkaan Ike. ‘Toen het vliegtuig omlaag viel, vertrok de crew geen spier.’
Marleen van Wesel
woensdag 15 april 2015
Orkaan Ike gefotografeerd vanuit de ruimte. © Nasa

‘We vlogen een aantal keer door het oog van de orkaan. Als laatste ga je door de eye wall: de muur van wolken, waarin de windsnelheden het hoogst zijn. Een wild moment, maar zodra je in het oog komt, klaart het op’, vertelt KNMI-onderzoeker Ad Stoffelen. In 2008 maakte hij met een Amerikaans team vluchten door orkaan Ike. Dinsdag houdt hij een lezing in de Oude Sterrewacht.

Bij het KNMI is hij verantwoordelijk voor de satellietgegevens van Europese meetinstrumenten. Ook de Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) maakt daarvan gebruik. ‘De Amerikanen zochten contact, om te kijken of onze satellietmetingen geijkt konden worden voor orkaancondities. We meten met onze satellieten namelijk de ruwheid van de zee, op kleine schaal. Je moet dan denken aan centimeters. Daaraan kun je de sterkte van de wind afleiden. Maar bij extreme wind raakt die ruwheid verzadigd.’ Naarmate het harder waait, neemt de kwaliteit van de satellietmetingen dus af.

Stoffelen vloog mee met een speciaal uitgerust vliegtuig waarmee Amerikaanse Hurricane Hunters vergelijkbare metingen doen, maar dan ín de storm. ‘We zaten met twaalf tot vijftien bemanningsleden in een Lockheed Orion P3: een groot vliegtuig, met vier turbopropellers. De binnenkant is bedekt met kussens en in het midden is een rail om jezelf aan vast te houden.’ Niet alleen op de apparatuur, ook uit het raam is best wat te zien. ‘Als je een orkaan invliegt begint het vliegtuig behoorlijk te schudden. Vanaf anderhalve kilometer zagen we heel hoge windsnelheden op het zeeoppervlak, van zeventig meter per seconde.’

‘Na een keer of drie, vier door het oog, riep de piloot om dat er iets aankwam dat hij niet kon ontwijken. Rode lichten sprongen aan en we moesten absoluut onze schouder- en heupgordels vastmaken. Ik hield mijn laptop goed vast, maar toen ik merkte dat het vliegtuig omlaag viel, vloog hij toch uit mijn handen. Als eerste probeerde ik hem op te vangen, wat me lukte, en vervolgens keek ik naar de gezichten van de ervaren crewleden om me heen. Die vertrokken geen spier. Dus ik dacht: oké, dit hoort erbij.’

Nadat de Orion P3 de orkaan had verlaten, liep hij naar de cockpit. ‘Daar zag ik dat we zojuist 3,5g bereikt hadden.’ Oftewel: 3,5 keer de zwaartekracht. ‘2,5 Is het maximum dat is toegelaten. Aan het eind van de vlucht landden we op een Caribisch eiland. Pas tijdens de debriefing ging de crew los met vragen.’ Die pokerfaces waren dus een kwestie van professionaliteit.

‘En toen moesten we nog weg van dat eiland. Voor een volledige inspectie van het vliegtuig was niet alle apparatuur voorhanden. De piloot vloog evengoed weer door Ike, maar wanneer we boven 2,5g zouden komen, zou hij linea recta naar de thuisbasis vliegen.’

Stoffelens vluchten leidden inderdaad tot verbeteringen aan de Europese satellietmetingen. ‘Ook bij latere campagnes, waarbij Amerikaanse vliegtuigen weer onder Europese satellieten doorvlogen, zijn nog verbeteringen doorgevoerd.’ Inmiddels moet er echter iets anders verbeterd worden: ‘Met de satelliet hebben we ontdekt dat juist bepaalde windmetingen van het vliegtuig niet helemaal lijken te kloppen. We gaan alle gegevens met de betrokken wetenschappers nog eens goed doornemen.’

Lezing in de Oude Sterrewacht, georganiseerd door de Leidse Weer-en Sterrekundige Kring

21 april, aanvang tussen 19.40 en 19.55 uur, €5,- (gratis voor LWSK-leden)

Aanmelden via lwskinfo@gmail.com