Columns & opinie
In memoriam: J.C. (Hans) Bleijerveld
woensdag 1 april 2015

Op 16 maart jongstleden overleed Hans Bleijerveld, jarenlang het gezicht van de westerse afdeling van de bibliotheek van het Sinologisch Instituut.

Hans was de eerste student die in Leiden Koreaanse Taal- en Letterkunde als hoofdvak koos. Dat betekende dat hij eerst het kandidaatsexamen Japanse Taal- en Letterkunde (dat ook de studie van het klassiek Chinees inhield) moest afleggen. Tijdens de vele jaren van zijn studie werkte Hans daarnaast als student-assistent, en talrijke inmiddels gepensioneerde sinologen en japanologen herinneren zich nog levendig zijn inleidende colleges. Na het behalen van het doctoraal examen verbleef hij enkele jaren in Korea ter voortzetting van zijn studie. Ook was hij daar werkzaam als docent Nederlands. Na zijn terugkeer naar Nederland met zijn partner Kunho Lee werd Hans medewerker bij de bibliotheek van het Sinologisch Instituut, waar hij samen met Eline Schoone-Tjiong verantwoordelijk was voor alle voorkomende bibliotheekwerkzaamheden, van selectie en verwerving tot catalogisering en uitlening.

Hans verrichte zijn werkzaamheden met grote kennis van zaken, en in zijn contacten met de gebruikers van de bibliotheek was hij altijd uiterst behulpzaam. In de periode van zijn werkzaamheid bij de bibliotheek in de jaren ’80 en ’90 nam de belangstelling voor Oost-Azië explosief toe. Dat betekende ook dat de werkdruk voor de medewerkers van de bibliotheek sterk toenam, niet alleen door het stijgende aantal studenten en medewerkers dat een beroep deed op de collectie, maar ook door het steeds groeiende aantal publicaties. Gelukkig waren de financiële middelen in die jaren aanwezig voor de aanschaf van die titels, maar ze moesten wel allemaal besteld en verwerkt worden. Dat gebeurde ook zonder mankeren. Op deze wijze speelde Hans een belangrijke rol bij het handhaven en vergroten van de kwaliteit van de bibliotheek van het Sinologisch Instituut. De snelle groei van het bestand maakte het echter onmogelijk om de boeken in de open opstelling nog langer op onderwerp te plaatsen, en toen het besluit eenmaal was genomen om de boeken voortaan op formaat te plaatsen was Hans, ondanks het gemopper van sommige medewerkers, onverbiddelijk.

Hans’ eigen onderzoek op het terrein van de Koreaanse letterkunde was gericht op de moderne Koreaanse poëzie van de vroege jaren van de twintigste eeuw. Toen hij in 1997 met pensioen ging boden de medewerkers van de afdelingen Talen en Culturen van China en Talen en Culturen van Japan en Korea hem een kleine bloemlezing aan met vertalingen van hun favoriete gedichten uit het Chinees, Japans en Koreaans, onder de titel Vijfhonderd opzichters van vijfhonderd bibliotheken doven de lichten (Leiden: Plantage, 1997), als blijk van waardering voor een bijzonder mens.

Wilt Idema, m.m.v. Koos Kuiper