Wetenschap
De hele wereld onderwijzen
Geïnteresseerden van over de hele wereld konden afgelopen jaar gratis aanschuiven bij vijf digitale collegereeksen. De komende twee jaar investeert de universiteit bijna anderhalf miljoen euro in de zogeheten moocs. Een uitkomst, of een prijzig visitekaartje?
donderdag 29 januari 2015
© Bas van der Schot

‘Anderhalf jaar geleden was ik de guinea pig van de universiteit’, zegt hoogleraar Europees recht Stefaan van den Bogaert. Hij was de eerste Leidse docent die een mooc maakte, een massive online open course. ‘Alles was nieuw en het was ontzettend veel werk. Maar als je op het forum ziet dat mensen uit Australië met mensen uit India en Kameroen over het Europees recht discussiëren, dan weet je dat je met iets bijzonders bezig bent.’

‘We hadden ineens drie keer zoveel inschrijvingen als de hele universiteit’, zegt hoogleraar (contra-)terrorisme Edwin Bakker, die ook een mooc verzorgde. ‘Een foutje maken is er niet meer bij, want dan regent het e-mails.’ Van den Bogaert: ‘Het dwingt je om je eigen lesmethode nog eens onder de loep te nemen. Er is no room for error. Het moet er klets-boem-pats op staan.’

‘Moocs zijn belangrijk voor het ontwikkelen van online learning’, zegt vicerector Simone Buitendijk. ‘Het levert naamsbekendheid op en geeft ons de kans om ons te profileren op de gebieden waarin wij uitblinken, terwijl we de hele wereld onderwijzen. Maar de ontwikkeling van online cursussen is ook belangrijk voor onze eigen studenten. Binnen spocs (small private online courses) krijgen ze de kans om met studenten vanuit de hele wereld samen te werken. Daarnaast wordt veel materiaal ook in het reguliere onderwijs gebruikt. Studenten kijken naar de filmpjes wanneer het hen uitkomt, en tijdens de colleges is er de gelegenheid om dieper op de stof in te gaan.’

Hoogleraar islam in de westerse wereld Maurits Berger gaf zo’n spoc op masterniveau. ‘Ik ben van het krijt en een bord, eigenlijk hoef ik die moderne rommel niet. Maar het biedt mogelijkheden. Ik wil niet nog meer werk, een online cursus moet mijn leven makkelijker maken. Het materiaal dat ik nu maak, kan ik volgende jaren opnieuw gebruiken. Dat scheelt in de toekomst tijd.’

Docenten moeten zich afvragen wat een online cursus kan opleveren, zegt hij. ‘Papyrologen die maar drie studenten hebben, kunnen studenten uit het buitenland aantrekken. Als je een grote groep brave Nederlandse studenten hebt, is het goed voor ze om eens met Iraniërs of Chinezen van gedachten te wisselen. Mijn doel was om studenten van buiten onderzoek voor mij te laten doen. Ik kreeg geen onderzoeksgeld, maar in plaats van drie promovendi heb ik nu twintig masterstudenten die voor mij onderzoek in het buitenland doen. Ik leid ze eerst op, om ze vervolgens het veld in te sturen.’

Van zijn tweede spoc maakte hij helemaal een groot experiment: hij liet zijn studenten een documentaire maken in plaats van een paper schrijven. ‘Een Braziliaanse student maakt een documentaire over de Islamitische Raad in Brazilië. Een Russische studente filmde een lokale moslimgemeenschap in Rusland. Zij zijn mijn oren en ogen in het buitenland.’

Bakker: ‘Wij vragen deelnemers bijvoorbeeld of ze bang zijn voor terrorisme. Dat levert een enorme database op.’ Ook hoogleraar klinische en experimentele anatomie Marco de Ruiter die met 3D-beelden doceert over buik en bekken, laat ‘de massa’ een flinke hoeveelheid werk verzetten. ‘We laten de deelnemers “plakjes” van het lichaam labelen in speciale tekenprogramma’s. Daarmee kunnen we in de toekomst 3D-reconstructies maken. Daarnaast hopen we via deze mooc inzicht te krijgen in hoe studenten leren. Wat werkt? Wanneer haken ze af?’

Dat is volgens online onderwijs-expert Marja Verstelle bij het Centre for Innovation precies waar het bij moocs om moet draaien. ‘Ze zijn een aanjager voor onderwijsinnovatie. Het brengt docenten op nieuwe ideeën.’

‘Hoorcolleges zijn eigenlijk maar armoedig’, zegt hoogleraar taalwetenschap Marc van Oostendorp. ‘Je kunt een grote groep studenten niet individueel behandelen, dus ga je voor een zaal staan en tegen ze praten. Moocs zijn ook massaal, maar je kunt de interactiviteit verbeteren. Ik heb mijn filmpjes opgenomen met twee studenten, maar gebruik ook sprekers van zes verschillende talen.’

Verstelle: ‘Online cursussen zullen het reguliere onderwijs nooit vervangen. Maar naar aanleiding van onze ervaringen met online learning wordt er nu per faculteit een strategie geformuleerd. De herinrichting van het gebouw van Rechten bijvoorbeeld. Willen we nog steeds zulke grote zalen, of kunnen studenten straks thuis filmpjes kijken? Als het onderwijs interactiever wordt, heb je misschien draaibaar meubilair nodig zodat je makkelijk in groepjes kunt werken.’

De vijf Leidse moocs zijn inmiddels door 200.000 deelnemers uit 186 verschillende landen gevolgd. In totaal werden er ruim achtduizend certificaten uitgereikt. Zo’n certificaat kost de deelnemers ongeveer vijftig dollar. De komende twee jaar investeert de universiteit 1,4 miljoen euro. Zeven nieuwe cursussen zijn al in de maak.

Of dat ook tot meer inschrijvingen zal leiden, kan Buitendijk niet zeggen. ‘We hebben wel wat anekdotisch bewijs. Een Amerikaanse student die voor een Leidse master koos na het volgen van onze mooc over Europees recht bijvoorbeeld.’ Maar zolang het niet duidelijk is of de online cursussen tot meer inschrijvingen leiden, zijn ze wel een prijzig visitekaartje. Het ontwikkelen van een mooc kost zo’n zestigduizend euro, grofweg het jaarsalaris van een beginnend docent.

Verstelle sluit betaalde varianten niet uit. ‘Dat zijn we nu aan het onderzoeken. Je kunt je voorstellen dat je in de toekomst wat exclusievere cursussen ontwikkelt, waarbij je een kleine bijdrage vraagt aan een grote groep mensen.’ Ook Bakker ziet dat wel zitten. ‘Ik denk dan aan online masters met een of twee weken summer- of winterschool. Het klinkt misschien Amerikaans en dromerig, maar ik geloof dat we met online cursussen een enorme markt kunnen bedienen: denk eens aan Afrika of India.’

‘Mocht het naar betaalde vormen gaan, dan doe ik in elk geval niet meer mee’, zegt Marc van Oostendorp. ‘We zijn een kennisinstelling en geven van oudsher al veel kennis weg, daar is niets mis mee.’ Berger vindt dat niet realistisch. ‘Je hebt de onderwijscommunisten: onderwijs moet gratis zijn voor iedereen. Ik geloof zelf meer in een ruilmodel. Het is veel werk, maar het levert ook iets op. Je kunt geen twintig essays nakijken enkel en alleen omdat het leuk is.’

Toch vond hij dat zijn spoc wel goedkoper kon, en hij besloot om zelf een lowbudget-versie te maken. ‘Het hoeft geen bakken geld te kosten. In mijn kantoor staan wat lampen opgesteld en ik film met mijn eigen laptop.’ Hij geeft toe dat dat af en toe tot technisch gedoe leidde. ‘Vooral Google Hangout was een ramp. Maar dat was mijn eigen domme schuld. Ik wilde het allemaal zelf doen.’ 

Petra Meijer