Nieuws
Bijklussende hoogleraren geen probleem
Zolang bijklussende hoogleraren de principes ‘onpartijdigheid’ en ‘onafhankelijkheid’ respecteren, heeft minister van Onderwijs Jet Bussemaker geen probleem met het vele nevenwerk van hoog­leraren.
woensdag 21 januari 2015

Dat stelt zij in antwoord op de Kamervragen van SP-lid Jasper van Dijk. Die stelde Kamervragen naar aanleiding van een artikel in De Groene Amsterdammer, waaruit bleek dat meer dan tachtig procent van de Nederlandse hoogleraren nevenwerkzaamheden uitvoert. Een derde daarvan blijft volgens het artikel onvermeld. ‘Het professoraat zelf is voor velen een bijbaan geworden naast werk voor andere organisaties, vaak in het bedrijfsleven. De agenda van de wetenschap wordt dan mede bepaald door andere partijen’, concludeerden de journalisten.

Bussemaker zegt nauwe banden tussen de universiteiten en commerciële en niet-commerciële maatschappelijke partijen toe te juichen, mits daar transparantie over bestaat en de Nederlandse gedragscode wetenschapsbeoefening in acht wordt genomen.

Volgens de minister blijft een deel van het nevenwerk onvermeld omdat universiteiten uitsluitend relevante nevenwerkzaamheden, en geen nevenfuncties in de privésfeer registreren. Ze erkent echter dat de registratie van nevenwerkzaamheden door bijzonder hoogleraren nog niet goed op orde is. De minister laat bovendien weten het gepast te vinden wanneer bijzonder hoogleraren met een kleine aanstelling op hun profielpagina hun hoogleraarschap als nevenfunctie benoemen.

In het door Van Dijk voorgestelde landelijk register ziet ze niets. Het is ‘een bureaucratische oplossing die niets toevoegt aan de verantwoordelijkheid van de hoogleraren en universiteiten.’

PM