Studentenleven
Column: Dit is een razzia
woensdag 17 december 2014

Het betoog van je scriptie, dat de vorige seconde nog zo duidelijk was, kan van het een op het andere moment veranderen in een psychedelische trip vol door kabouters bereden eenhoorns op jacht naar de pot met goud. Geen paniek, je concentratieboog is overspannen en dat is niks wat een kleine koffiepauze niet kan verhelpen. Helaas ben je net op dat moment op zoek naar dat ene tijdschrift en danst de catalogus van de UB ook voor je ogen. Niks gaat zoals je wilt, dus vraag je even assistentie aan die vriendelijke medewerker van de UB. Toch?

Blijkbaar vindt die ineens niet zo vriendelijke dame achter de balie dat dit duidelijk niet is waarvoor ze wordt betaald. Ze beperkt zich immers slechts tot het sorteren van boeken en het innen van boetes van lamlendige laatinleveraars. Dat doet ze met liefde, maar een halfoverspannen student helpen die het klaarblijkelijk allemaal even niet meer heeft, is vooralsnog te veel moeite. Daarnaast moet ze, tot overmaat van ramp, nog de gebeurtenissen van haar weekend achter de schermen met haar collega’s doornemen. Achter de schermen betekent hier slechts achterin het boekenhok dat zich middenin de UB bevindt. Dit betekent niet dat die hard studerende studenten zijn afgeschermd van het te harde stemgeluid.

Maar goed, met veel moeite laat ze je dan zien ‘hoe je dat allemaal zelf kan doen, hoor’, terwijl ze je over de rand van haar brilletje aantuurt alsof je een volslagen imbeciel bent. Het huilen staat je nader dan het lachen, je wilt gewoon dat verdomde tijdschrift. Met je staart tussen je poten druip je af naar je studieplek, waar je na vier pogingen eindelijk je gewenste literatuur tevoorschijn weet te toveren.

Je maakt plek tussen de bergen op tafel door er de boeken die je niet nodig hebt terug in je tas te stoppen. Je keurig in cellofaan verpakte Jonagolds leg je even op een stapel naslagwerken, opdat ze niet gebutst worden. Blijkbaar gaan in het UB-politiehok dan alle alarmbellen rinkelen, want nog voordat je de draad weer opgepakt hebt, staat er een dame al even chagrijnig in je nek te hijgen.

‘Dat mag niet, hè.’ Een vinger wijst naar de vier onschuldige appels. Je hebt nooit geweten dat de UB er een streng appelverbod op nahield, maar door de manier waarop het vrouwtje naar het fruit staart, ga je je toch afvragen of ze inderdaad niet de bron van al het kwaad in de wereld zijn. ‘Waarom niet?’ poog je nog dapper, maar alle moed wordt meteen in de kiem gesmoord door een sneer dat je heus wel wist dat er hier niet mag worden gegeten. Je controleert de appels; strak in het folie en zonder bijtafdrukken. Even speel je met het idee om terug te sneren. Of mevrouw werkelijk dacht dat je zo debiel was om de appels midden in een tempel des studie vol muisstille mensen even smakelijk te gaan verorberen.

‘Dan stop ik ze wel terug in mijn tas’, verzucht je, terwijl je die dikke pillen terug op tafel legt en naar de appels reikt om ze op te ruimen. Echter is de UB-politie je voor en trekt ze onverbiddelijk de appels onder je vingers vandaan. Dat mocht ook al niet, zij zou de appels wel even voor je bij zich houden. Verbouwereerd kijk je de kidnapper van je appels na, die van tafel naar tafel loopt om meer studenten een complex aan te praten voor het minste of geringste snoeppapiertje dat er toevallig ligt.

Naast je kijkt een meisje je verontschuldigend aan terwijl ze haar ondergedoken open bakje yoghurt onder tafel vandaan haalt.

Esha Metiary

is masterstudent geschiedenis