Nieuws
?Ga maar in de bieb tikken?
De master biomedische wetenschappen wil de instroomcapaciteit verhogen van zeventig naar negentig studenten. Het college van bestuur is daar mee akkoord maar de universiteitsraad heeft twijfels.
Vincent Bongers
woensdag 10 december 2014

‘Er hebben ons berichten bereikt dat de capaciteit van deze master al niet voldoende is voor zeventig studenten’, zei Joost Augusteijn van personeelspartij AbvaKabo maandag tijdens de raadsvergadering. ‘Niet elke student kan goed gefaciliteerd worden. En die problemen nemen toe als er meer studenten worden toegelaten.’

Volgens het college is er niets aan de hand. ‘Ik begrijp dat de raad zich zorgen maakt’, zei vice-rectormagnificus Simone Buitendijk, ‘maar we hebben zowel van de studenten- als de ondernemingsraad van het Leids Universitair Medisch Centrum niets gehoord.’ ‘Dat vind ik vreemd’, reageerde Mark Bakker van studentenpartij BeP. ‘Ik heb zelf van studenten gehoord dat er een behoorlijk aantal studenten geen officiële werkplek had. En dat is bij de studiecoördinator bekend. Studenten die stage lopen, krijgen te horen dat ze maar in de bieb moeten tikken. Dat baart mij zorgen.’ Het college ziet geen aanleiding om zelf onderzoek te doen. ‘We gaan geen studenten horen of een enquête afnemen’, aldus Buitendijk. ‘Het is een facultaire aangelegenheid.’

De raad is teleurgesteld in de houding van het college. ‘Neem ons serieus’, zei Augusteijn. ‘Als er een signaal uit de raad komt dan moet het college uit zoeken hoe het zit.’ Buitendijk zegde toe de kwestie nog een keer met het LUMC te bespreken. ‘Ik leg de zorg van de raad bij het bestuur neer.’

De raadsleden wilden niet aan Mare verduidelijken van wie ze klachten hadden gehoord.

LUMC-decaan Pancras Hogendoorn snapt niet waar de geluiden vandaan komen. ‘We hebben geen ruimtetekort. Ik heb met het opleidingsbestuur, de studentenraad en de assessor hierover gesproken en niets gehoord over problemen.’

Volgens Hogendoorn is het ook niet zo dat de opleiding plots besloten heeft om te groeien en dat de capaciteit daarom moet toenemen. ‘Het cijfer zeventig stamt nog uit de tijd dat we één instroommoment hadden. We hebben nu meerdere instroommomenten en hebben de capaciteit voor negentig studenten. Dit voorstel formaliseert het aantal van negentig plekken. In de praktijk breidt de opleiding niet uit.’