Nieuws
Onenigheid over kernvakken
Het faculteitsbestuur van geesteswetenschappen wil het kern­curriculum inperken. De raad is het daar niet mee eens.
Marleen van Wesel
woensdag 19 november 2014

‘Er is grote onvrede over het huidige systeem’, zei portefeuillehouder onderwijs Heleen Murre-van den Berg tijdens de laatste faculteitraadsvergadering, over het kerncurriculum van geesteswetenschappen. Over een nieuw voorstel van het faculteitsbestuur adviseerde de raad echter negatief.

Het faculteitsbestuur wil het huidige kerncurriculum beperken tot het college wetenschapsfilosofie. Momenteel volgen alle geesteswetenschappenstudenten daarnaast verplicht nog een tweede kerncursus naar keuze, maar die zou dan vervallen. Het keuzeaanbod is namelijk zo groot, dat er niet echt sprake meer is van een ‘werkelijk facultair kerncurriculum’.

Veel van de cursussen worden bovendien maar door een of enkele opleidingen benut. En juist tien ECTS gedeeld onderwijs behoorde tot het oorspronkelijke idee van het kerncurriculum. De invoering in 2008 moest onder meer leiden tot brede kennis onder studenten en efficiënte onderwijsplanning.

Over dat eerste is men positief, blijkt uit een evaluatie van het ICLON dit voorjaar. Wel staat het kerncurriculum vaak nogal los van de hoofdstudie, hoewel het bij sommige opleidingen juist overlapt. Over de efficiëntie en doelmatigheid is men gematigd positief. Door het versnipperde aanbod van de tweede kerncursus is er ‘ruimte voor verbetering’.

Het bestuur blijft volgens het voorstel evenwel voorstander van gedeeld onderwijs, en ‘zal dit dan ook in samenwerking met de instituten blijven bevorderen’. Volgens raadsvoorzitter Jan Sleutels geeft het bestuur zo echter de regie uit handen.

Murre-van den Berg: ‘We willen heel erg stimuleren dat opleidingen met verwante vakken dingen samen doen, maar inhoudelijk is dat niet per se de verantwoordelijkheid van de faculteit, maar van de instituten en opleidingen.’

‘Iets als academische vorming ligt inderdaad bij de opleidingen’, reageerde Sleutels. ‘Maar het was mooi dat het faculteitsbestuur de schouders eronder zette, ter ondersteuning.’

Na een schorsing bracht een meerderheid van de raad dan ook een negatief advies uit. ‘Het is een “negatief advies, tenzij…”’, verduidelijkte Sleutels nog. ‘Er is nog onvoldoende gewaarborgd en duidelijk gemaakt hoe opleidingen en instituten aan de slag moeten met de academische vorming.’

Daarmee moet het bestuur het doen. Decaan Wim van den Doel: ‘Wij zullen ons oor weer bij de opleidingsvoorzitters te luisteren leggen.’