Studentenleven
Column: De Stagiair
woensdag 19 november 2014

Voor iedereen die geen dienstplicht heeft gehad, of als kind niet in een diamantmijn heeft hoeven werken, is een stage de eerste keer dat je ervaart hoe het is om vijf dagen per week te moeten werken. Je zult merken dat het allemaal wel meevalt. Je houdt alleen minder tijd over voor andere dingen, zoals urenlang internetten, of jezelf op doordeweekse avonden tot diep in de nacht bezatten. De tijd die je vrij bent ben je daarentegen wel weer echt vrij en hoef je je niet schuldig te voelen over dingen die je eigenlijk nog zou moeten doen, er is immers niets dat je nog zou moeten doen.

Het zou erg vervelend zijn als iemand je in je voor het eerst schaarse vrije tijd lastig zou vallen met administratieve niemendalletjes, helemaal als diegene vervolgens nauwelijks te bereiken is wanneer je probeert te voldoen aan de eisen van de administratie-Gestapo van de universiteit.

Zo probeer ik al sinds augustus mijn stageplan goedgekeurd te krijgen door de stagecoördinator van de faculteit geesteswetenschappen. Een stageplan is een lap tekst waarin je beschrijft wat je zoal van plan bent te gaan doen. Om de een of andere duistere reden is dit niet iets wat je met de docent die je begeleid kunt overeenstemmen en wordt het stageplan pas goedgekeurd wanneer je de handtekeningen van zowel de stagebegeleider, de stagedocent, de stagecoördinator en de examencommissie hebt weten verzamelen en het eigenlijk het liefste ook nog hebt voorzien van een batterij aan stempels van alle betrokken instanties.

Nu had ik, punctueel als ik ben, ruim van tevoren een stageplan opgesteld samen met de begeleidende docent waar we allebei ontzettend enthousiast over waren. De stagecoördinator was dat niet, al kostte het me ruim drie maanden om uit te vinden waarom. Toen ik dat eenmaal wist, het plan had aangepast en weer langs alle betrokken instanties had gestuurd, kreeg ik een mail van de stagecoördinator. Ze stelde dat een stageplan normaliter voor het begin van de stage wordt ingeleverd en ze verzocht me om een begeleidende brief te schrijven aan de examencommissie waarin ik uit moest leggen waarom ik zo laat was en ik ze moest smeken om alsnog hun licht over mijn plan te laten schijnen.

Ik herinnerde me dat Youp van ’t Hek zijn problemen met T-Mobile binnen no time had opgelost, nadat hij er een NRC-column aan weidde. Aangezien een column in Mare wat mij betreft minstens net zoveel invloed zou moeten hebben, verwacht ik morgenochtend een mailtje van de stagecoördinator dat mijn stageplan tip top in orde is. Met de hartelijke groeten van de examencommissie.

Dan kan ik in mijn vrije tijd weer gewoon verdergaan met de dingen die werkende mensen doen als ze vrij zijn.

Tim Meijer