Wetenschap
Achter op de brommer
Jessica Roelands onderzocht malariaparasieten in Jakarta, voor haar researchmaster biomedische wetenschappen. Maandag ontving ze de LISF-prijs voor haar verslag.
Marleen van Wesel
woensdag 12 november 2014

‘Zeven dagen per week reisde ik in alle vroegte met een pendelbus van de expat compound waar ik woonde, naar het centrum. Daar moest ik nog twintig minuten achterop een ojek, een brommertaxi. De eerste keer, toen de bestuurder de stoep afschoot, dacht ik dat ik gelanceerd werd. Gelukkig rijden ze niet zo hard, vanwege alle files.’

Een half jaar liep Jessica Roelands (23) stage bij het Eijkman Institute, middenin Jakarta. ‘In het laboratorium probeerden we resistente malariaparasieten te ontwikkelen. We dienden artemisinine toe bij muizen. Dat is het meest gebruikte medicijn tegen malaria, waarvan we nog niet precies weten hoe het werkt.’ Tegen eerdere medicijnen wisten de parasieten zich telkens weer te wapenen. ‘Artemisinine werkt nog, maar op het eiland Sumba zijn al parasieten gevonden die er beter tegen bestand waren.’

Roelands vertrok naar Indonesië met een subsidie van het Leids Universiteits Fonds (LUF), om precies te zijn uit het LUF Internationaal StudieFonds (LISF). Anderen vertrokken met zo’n beurs naar Canada, Nepal of Nieuw-Zeeland. Afgelopen maandag ontving ze de LISF-prijs voor het beste verslag.

‘Middenin een stad vol smog en brommers is er een mooie binnentuin, waar wetenschappers even rustig kunnen nadenken. De onderzoeksstandaard is bovendien hoog. Ze werken er volgens een unieke methode, waarvoor minder proefdieren nodig zijn. Op één muis pasten we namelijk meerdere behandelcycli toe, die we nét niet voltooien. Alleen de parasieten die een trucje ontwikkelen om het medicijn te omzeilen, blijven leven.’ Zo hopen de onderzoekers te ontdekken hoe artemisinine precies werkt. Vooralsnog is het écht omzeilen van arteminisine nog niet gelukt. ‘Dat is alleen maar positief: artemisinine werkt dus best goed. Het zou kunnen dat het medicijn meerdere targets tegelijkertijd heeft.’ Om aan te tonen dat de methode wel degelijk werkt, heeft het team de proeven ook met een ander medicijn uitgevoerd.

Dat er slechts weinig muizen nodig waren, heeft ook een klein nadeel, voor de onderzoekers althans. ‘Ze zaten met z’n vijven in een kooitje. Omdat ze gedurende al die cycli bleven leven, herkende ik elke muis na een tijdje aan z’n gedrag. Maar we moesten de dieren uiteindelijk wél laten inslapen, want proefdieren mogen niet doodgaan als gevolg van lijden. Míjn vijf muizen leefden aan het eind van mijn stage nog. Inmiddels zijn ze wel dood.’

Met haar Indonesische collega’s kon ze intussen goed overweg. ‘Een van hen had stagegelopen in Groningen. Zij heeft me in onze vrije uren heel Jakarta laten zien. In het weekend werkten we ook, maar minder lang. Daarna gingen we naar karaokebars en shoppingmalls, waar het lekker koel was.’ De hitte trok Roelands overigens vrij aardig. ‘Behalve als de experimenten waren uitgelopen, en ik middenin de files heel lang achterop die brommer moest zitten.’

Als onderdeel van de LISF-prijs mag ze binnenkort een lezing over haar onderzoek houden op de Cleveringabijeenkomst in Parijs. ‘Ook voor publiek zonder medische achtergrond. Dat vond ik bij het lekenpraatje bij mijn afstuderen ook een leuke uitdaging.’ Dat was begin deze herfst. Ze hoopt nu verder te kunnen met medisch onderzoek. ‘Het liefst eerst de diepte in: fundamenteel onderzoek in het laboratorium en promoveren. En daarna wil ik erover vertellen, aan iedereen.’