Columns & opinie
Brandalarmfunctie
Politicologe Josje den Ridder promoveert volgende week in Leiden op een onderzoek naar leden van politieke partijen.
woensdag 5 november 2014

Hoeveel partijleden zijn er?

‘Het aantal partijleden daalt sinds de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 2000 is er sprake van stabilisatie; 2,5 procent van de kiesgerechtigden is partijlid. Dat zijn nu iets van 308.000 mensen. Ik schat dat een kwart van deze groep echt actief is. Vooral grote partijen verliezen leden. Er zijn uitzonderingen. Het D66-ledenbestand is tussen 2008 tot 2012 verdubbeld.’

Hebben ze wat te vertellen?

‘Zeker, leden krijgen steeds meer rechten. Net voor en tijdens de opkomst van Fortuyn zag je echt een beweging opkomen met het idee: “We moeten mensen meer zeggenschap geven.” Besluiten worden niet alleen meer genomen door afgevaardigden op congressen, maar leden mogen bijvoorbeeld een lijsttrekker kiezen via de post of internet. De strijd tussen Rutte en Verdonk om VVD-leiderschap in 2006 is daar een goed voorbeeld van. Een steeds grotere groep leden heeft zeggenschap.’

U schrijft dat ze een negatief imago hebben.

‘Het dominante beeld is dat van het partijlid als obstakel. Ze zijn niet eensgezind en vormen een politieke kaste. Ze zijn ideologisch extremer dan de kiezers, Kamerleden en bewindvoerders van de partij. Leden trekken de partij weg van de kiezers. Wilders zegt bijvoorbeeld: “Leden zijn stoorzenders tussen kiezers en gekozenen.”’

En dat beeld klopt niet?

‘Nee. De partijleden vinden gemiddeld heel vaak hetzelfde als de kiezers van hun partij. Sterker nog: Kamerleden wijken vaak meer af van de kiezer.

‘Partijleden kunnen een positieve bijdrage leveren aan de democratie. Ze hebben zeggenschap over de kandidatenlijst en over wie de lijsttrekker wordt. Ze hebben invloed op de koers van de partij. Ze controleren Kamerleden en bewindspersonen. En als ze in opstand komen of hun lidmaatschap opzeggen, gaat er bij de partijleiders wel een belletje rinkelen. In 2012 zorgden boze VVD’ers voor aanpassing van de inkomensafhankelijke zorgpremie. De leden hebben een brandalarmfunctie.’

Maar veel partijleden jagen toch gewoon op een mooi baantje?

‘Het ledenbestand is inderdaad een rekruteringsreservoir. Er zijn baantjesjagers bij, maar dat is maar een klein gedeelte van de leden. De meeste contributiebetalers doen niets binnen de partij en zijn ook niet van plan om actief te worden.’

Verwacht u binnen kort een scheuring in een klassieke partij?

‘Nee. Er is meer dat de leden bindt dan wat ze scheidt. Wel is er bijvoorbeeld binnen de PvdA flinke verdeeldheid over zaken als Europa en de integratie van minderheden. Er zijn akkefietjes binnen partijen maar geen fundamentele tegensstellingen.’

De PVV heeft geen leden. Gaan andere partijen dat in de toekomst ook doen?

‘Nee. Ze hechten grote waarde aan hun leden. Ze geven ze juist meer macht en ze zijn hard nodig voor het geld. Een belangrijk deel van de partij-inkomsten komt uit contributies. Als een partij meer dan 1000 leden heeft, krijgt deze ook subsidie van de overheid. Je ziet eerder een beweging om niet-leden meer te betrekken bij partijen. In 2013 experimenteerde de PvdA hier mee. Niet-leden mochten toen meestemmen bij de verkiezing van lokale lijsttrekkers. ’

Bent u zelf lid van een partij?

‘Ja, van de PvdA. Ik heb in 2006 bij de partij gewerkt als kiezersonderzoeker en toen werd ik lid. Maar inmiddels doe ik er niets meer mee.’

DOOR VINCENT BONGERS