Achtergrond
Nooit meer uitslapen
Theologiestudent Jan Willem van der Straten leidt een atheïstenkerk in Amsterdam. Mare bezocht een dienst. ‘Geef elkaar vooral eerst een knuffel!’ Alles is liefde! Alles is liefde! Voor iemand zoals jij. Voor hem, voor haar, voor mij.’ Ruim honderd mensen zingen enthousiast mee met het nummer van Bløf. Een enkeling gooit de handen in de lucht. ‘Woeee!’ joelt Jan Willem van der Straten (24, theologie) in de microfoon, als het liedje is afgelopen. ‘Wat is er beter dan één nummer? Twee nummers!’ De band begint weer te spelen. Welkom bij de Sunday Assembly, een niet-religieuze kerkdienst, die elke laatste zondag van de maand plaatsvindt. ‘De tijden van uitslapen op zondag zijn voorbij’, grijnst Van der Straten.
Petra Meijer
woensdag 29 oktober 2014
© Foto's Taco van der Eb

 ‘De Sunday Assembly is een liefdevolle arena, waar je als gemeenschap samenkomt, liedjes zingt, inspiratie vindt en reflecteert, maar waarbij God niet centraal staat.’

Hoewel de oprichters de term ‘atheïstenkerk’ hebben verzonnen, dekt dat niet helemaal de lading, zegt hij. ‘We zijn eigenlijk geen kerk voor atheïsten, maar voor iedereen. We zijn seculier, maar radicaal inclusief: iedereen is welkom om met ons het leven te vieren.’ Zelf is hij niet religieus opgevoed. ‘Op mijn dertiende hoorde ik toevallig televangelist Joel Osteen, die het geloof in humanistische termen uitlegt. Dat heeft mijn leven veranderd. Mijn ouders dachten dat het een fase was, dat het bij de puberteit hoorde. Op mijn zeventiende wist ik dat ik dominee wilde worden. Ik ging nog niet naar de kerk, maar las wel elke dag uit de Bijbel.’

Na de middelbare school koos hij de studie communicatie. Want: ‘Theologie heeft niet meer theologie nodig, maar meer communicatie.’ En hij werd lid bij studentenvereniging Minerva. ‘Een seculiere omgeving, maar wel met ambitieuze mensen, die een betere versie van zichzelf willen creëren.’ Hij kwam in contact met Ruben van Zwieten, die bijbelklassen geeft op de drukke Zuidas, vloog naar Amerika om Joel Osteen te ontmoeten, schreef zich in voor een master theologie met de specialisatie ‘media’ en liet zich vorig jaar dopen. ‘Mijn huisgenoten gingen mee, dat was voor sommigen van hen best ongemakkelijk. Ze wisten niet of ze tijdens sommige liedjes moesten staan of zitten.’

Toen hoorde hij over de atheïstenkerk. ‘Dit is het, dat wist ik meteen.’

Het motto van de Sunday Assembly luidt: ‘Live better, help often, wonder more.’ Van der Straten: ‘Kerken hebben een monopolie op woorden als “dankbaarheid” en “verwondering”. We moeten deze woorden ontdoen van hun religieuze lading en ze terug claimen. Het feit dat ik hier ben, vind ik echt vet, en daar ben ik dankbaar voor.’

De Assembly werd in januari 2013 in Londen opgericht door de komieken Pippa Evans en Sanderson Jones. In eerste instantie verwachtte het tweetal een stuk of dertig mensen, maar het werden er driehonderd. Er zijn assemblies in Singapore, Hongkong en Parijs.

Van der Straten stuurde een e-mail naar Evans met de vraag of ze koffie met hem wilde drinken. Dat wilde ze. ‘Ik vloog voor een dag heen en weer naar Londen. “Jullie hebben het zeker erg druk,” zei ik toen ik tegenover haar zat. Ze knikte. “Dan kom ik jullie last verlichten, want ik ben jullie nieuwe stagiair”.’

En zo geschiedde. ‘Omdat ik gespecialiseerd ben in media en communicatie heb ik geholpen met de outreach. Ik heb anderen geholpen bij het opzetten van hun eigen assembly. Ook in Nederland zijn er verschillende groepen begonnen.’

Tegenwoordig is hij samen met Jans Budding de host van de bijeenkomsten in Amsterdam. Gladjes praat hij de programmaonderdelen aan elkaar. ‘Wil iedereen die voor het eerst een assembly bezoekt zijn hand in de lucht steken? Geweldig! En wil iedereen die al eens geweest is, aan een van deze mensen een high five geven? Zo leren we elkaar meteen een beetje kennen.’

Als een waar podiumdier beweegt Van der Straten zich voor de aanwezige camera’s van Man Bijt Hond en AT5 die hem vandaag volgen. Terwijl de tekst ‘Good is Great’ op het scherm verschijnt kondigt Van der Straten de eerste spreker aan. ‘Het is een ontzettende eer dat hij hier is: Martijn Aslander! Woeeeh!’'

Aslander blijkt een zelfverklaard ‘prutser’. ‘Toen ik 27 jaar was, ben ik hard op mijn snufferd gegaan. Ik besloot toen om met 14.000 mafketels een hunebed te bouwen. Sinds 2002 ben ik full-time vrijwilliger en heb ik nergens geld meer voor gevraagd. Ik leef van giften. Ik geef elk jaar tientallen praatjes, bij Facebook, Google, allerlei opleidingen en de top van de overheid. Ik laat ze inzien dat je zonder papier en zonder geld hele grote dingen kunt bereiken. Als je gewoon pretentieloos loopt te kutten, en fouten als vitaminen ziet.’

De mensen in de zaal knikken instemmend.

Aslander: ‘Hoe vaak gebruiken we het woord “liefde” tijdens een vergadering? Als je elkaar bij de eerste ontmoeting gewoon een flinke knuffel geeft, scheelt dat tientallen e-mails!’

Van der Straten: ‘En als je na de dienst nog met iemand wilt napraten, geef elkaar dan vooral eerst een knuffel!’ De band speelt Happy van Pharrell Williams en iedereen zingt uitgelaten mee. De meisjes wiegen met hun heupen.

Tijd voor de volgende spreker. ´Kunstenaar Will Zero! Woeeeh!’ Nadat deze onder luid applaus naar voren is gekomen, begint hij te vertellen over het instralen van water. Het scherm toont ondertussen zijn kunstwerken: esoterische platen in een kleurrijke new age-stijl: een baby in een bubbel, blote borsten in een zee van licht. ‘Wat een prachtige kunstwerken. Laten we dit praatje afsluiten door allemaal nog even de Amsterdamse grachten in te stralen’, zegt medehost Jans Budding.

Na een moment van reflectie geeft Van der Straten de aanwezigen nog een zegen mee, geschreven door Coot van Doesburgh. ‘Ik hoop dat jij altijd mag dromen, met de wind steeds in je rug, dat gedachten blijven stromen, niet te langzaam niet te vlug. Dat geluk komt boven drijven, ook al is dat heel fragiel, dat je altijd trouw mag blijven, aan het diepste van je ziel! Woeeeh! Tot de volgende keer!’

Of het veel atheïsten zijn die de atheïstenkerk bezoeken is niet helemaal duidelijk. ‘We kennen Jan Willem van de kerk’, vertellen twee meisjes na afloop. ‘Ik vond het wel leuk. Het lijkt op de kerk, maar het is toch anders. Daar kom je voor een ontmoeting met God, hier niet.’

‘Ik ben wel atheïstisch, hoor’, zegt een andere jongen. ‘Ik vond het vet, maar dan vooral de motivational speaker. Verder is dit niet echt mijn muziek, en dat verhaal over instralen, wat een onzin. Daar ben ik echt te bèta voor.’

‘Over het instralen van water hebben we wel wat kritische opmerkingen gekregen’, zegt Van der Straten na afloop. ´Maar anderen vonden het juist erg inspirerend. Er is ruimte voor iedereen. We verkondigen hier geen dogmatische waarheid.’

Dat de oprichter van de Amsterdamse atheïstenkerk zelf geen atheïst is, ziet hij niet als een probleem. ‘Ik begrijp de twijfels van mensen die niet geloven. Ik zit tussen de seculiere en christelijke wereld in en ondervraag ze allebei. Maar ik vind het leven te bijzonder om niet aan te nemen dat er iets is wat ik God noem. Ik denk dat we hier met een reden zijn. Dat er over ons is nagedacht. Als gelovige wil ik echter graag seculiere gemeenschappen bouwen, waarin iedereen zich thuis voelt.’

Hij glimlacht. ‘Ik denk dat God zich wel thuis zou voelen in de atheïstenkerk.’