Wetenschap
Strategisch procederen
Het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten heeft het Public Interest Litigation Project (PILP) gelanceerd.
woensdag 29 oktober 2014

Projectleider en advocaat Jelle Klaas, wat houdt dat in?

Strategic litigation is een andere manier van procederen, in Nederland ook wel strategisch procederen genoemd. Het is bekend in Amerika en vond zijn oorsprong in de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Strategisch procederen is meer dan een procedure voor een cliënt voeren. De cliënten in dit soort zaken zijn het slachtoffer van een mensenrechtenschending waar ook veel andere mensen onder lijden. Individuele zaken worden voor de rechter gebracht om maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen.’

Is deze manier van procederen in Nederland ook gebruikelijk?

‘Nee, eigenlijk niet. Er speelde een paar jaar geleden wel een zaak rond de SGP. De overheid gaf subsidie aan een politieke partij die vrouwen niet als volwaardig lid toeliet. Dat was in strijd met het Vrouwenverdrag, zo besloot de rechter. Maar meestal zetten we ons tot nu toe op andere manieren in om mensenrechten te beschermen. We schrijven schaduwrapportages en proberen het beleid en de wetgeving rondom mensenrechten op andere manieren te beïnvloeden.’

Maar dat had niet altijd het gewenste resultaat?

‘Nee, dat klopt. Neem mensenrechteneducatie. In het Kinderrechtenverdrag staat dat kinderen moeten leren welke rechten zij hebben. Maar tot op heden wordt daar in het onderwijs nauwelijks aandacht aan besteed. Je praat en je lobbyt, en de overheid doet toezeggingen maar komt niet met concrete plannen. Misschien moet je dan buiten de gebaande paden treden. Dankzij deze pilot wordt het mogelijk om een rechtszaak aan te spannen.’

Om wat voor een andere zaken gaat het?

‘De zaken kunnen heel erg verschillend zijn, maar het gaat om de onderliggende problemen. We kijken nu naar etnisch profileren door de politie, de mogelijke privacy schending bij kentekenregistratie en het uitsterfbeleid met betrekking woonwagenkampen, bijvoorbeeld. Op dit moment onderzoeken we de dossiers, daarna kiezen we een paar heldere zaken uit. We worden benaderd door mensenrechtenorganisaties, NGO’s, belangenorganisaties, advocaten, maar ook door individuele burgers.’

Kunt u een voorbeeld geven?

‘In diverse gemeenten wordt een uitsterfbeleid gehanteerd als het om woonwagens gaat. Er lopen vaak gerechtelijke procedures tussen de gemeente en woonwagenbewoners, maar die gaan over het bestemmingsplan of over huurrecht. Een essentiële vraag is natuurlijk of de bewoners het recht hebben om daar te wonen en hun cultuur te behouden. In dit geval gaat het om een individu, wiens woonwagen gesloopt dreigt te worden. Maar als de rechter eenmaal aangeeft welke rechten de bewoner heeft, dan is dat ook interessant voor alle andere woonwagenbewoners.’’

Kunnen de advocaten in dergelijke zaken de mensenrechtenkwestie niet zelf opvoeren?

‘Dat is lastig, want zulke zaken worden binnen een bepaald wettelijk kader behandeld. Soms is er ook te weinig kennis, of is moeilijk om het onderliggende probleem naar boven te halen. De pilot duurt twee jaar. We willen weten of strategisch procederen mogelijk is in Nederland, en hoe dat precies werkt. Daarna gaan we natuurlijk verder kijken.’

PM