Columns & opinie
Eenzame baasjes
Burgemeesters krijgen steeds meer bevoegdheden om veiligheids­problemen aan te pakken, zegt bestuurskundige en promovenda Ruth Prins. ‘Je moet heel snel beslissen: dan is het vallen of shinen.’
Petra Meijer
woensdag 15 oktober 2014

‘Een burgemeester wordt vaak gezien als een degelijk figuur: een man met een ketting om, die linten doorknipt en met gouden bruidsparen op de foto gaat’, zegt Ruth Prins, werkzaam bij de opleiding bestuurskunde aan de Campus Den Haag. ‘Maar in de afgelopen vijftien jaar kregen ze steeds meer bevoegdheden om veiligheidsproblemen aan te pakken. Ze mochten de politie preventief laten fouilleren, overlast gevende groepen preventief vasthouden, een avondklok instellen, en in het geval van huiselijk geweld zelfs een huisverbod van tien dagen instellen.’

Volgens Prins was de invoering van nieuwe bevoegdheden het resultaat van verschillende maatschappelijke veranderingen. ‘Burgers accepteren onveilige situaties niet langer, en zijn van mening dat de overheid verantwoordelijk is. Daarbij worden veel kwesties geproblematiseerd, van straatverlichting, radicalisering, georganiseerde misdaad en drugs tot hondendrollen aan toe. Maar hoe moet een burgemeesters zo veel verschillende problemen oplossen?’

Wetenschappers vreesden dat burgemeesters in een soort solistische sheriffs zouden veranderen, die bruut konden optreden. De zachte rol van de burgervader zou daarbij in het gedrang komen. ‘Het is schipperen tussen burgerboeman en burgervader.’ Prins laat echter zien dat zij zich juist tot handige netwerkers ontplooiden. ‘Voor informatie zijn ze van verschillende partijen afhankelijk. Ze werken bijvoorbeeld samen met de politie, marechaussee, veiligheidshuizen, kinderbescherming en de belastingdienst.’

Voor haar onderzoek bestudeerde Prins bestuurlijke stukken van 1990 tot 2010 van de gemeenten Haarlem en Breda. Daarbij richtte ze zich vooral op de aanpak van drugsoverlast, huiselijk geweld en georganiseerde misdaad. Daarnaast voerde ze gesprekken met de burgemeesters en alle partijen waarmee ze contacten onderhielden. ‘Dat was het leukste onderdeel. Ik hoorde hoe de ambtsketen in Haarlem gejat was, kreeg een app te zien met een aanvraag voor een huisverbod, ging mee met de politie en verbleef een nachtje in de cel. Promotieonderzoek mag best spannend zijn. Je moet je er vier jaar mee vermaken.’

Burgemeesters worden in steeds grotere mate een publiek figuur, zegt Prins. ‘Je bent het 24 uur per dag. Het zijn wel baasjes, maar tegelijkertijd zijn ze denk ik ook best eenzaam. Ze hebben binnen de gemeentegrenzen geen directe collega’s met dezelfde verantwoordelijkheid. Daarom trekken burgemeesters naar elkaar toe. Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters heeft bijvoorbeeld een 24/7 crisisdienst, die in gevallen van crisis de betreffende burgemeester aan een andere burgemeester kan koppelen die iets vergelijkbaars heeft meegemaakt.’

Prins bestudeerde vooral langlopende veiligheidsproblematiek, maar het zijn juist de mediagenieke crisissituaties waar burgemeesters op worden afgerekend. ‘Er ontstaat meestal een blame game. Je moet als burgemeester in zeer korte tijd belangrijke beslissingen nemen. Dat is het moment om te vallen of te shinen. De burgemeester van Enschede geeft nog steeds lezingen over zijn optreden tijdens de vuurwerkramp, terwijl het in Moerdijk helemaal verkeerd ging. Je kunt 27 jaar lang alle evenementen in je gemeente goed organiseren, maar als er iemand met een monstertruck het publiek inrijdt kan je carrière zomaar voorbij zijn.’

Prins is al gevraagd om trainingen te verzorgen voor burgemeesters, en volgend jaar komt er een commerciële versie van haar proefschrift met ‘gouden tips’. ‘Als wetenschapper moet je publiceren en een wetenschappelijk domein claimen, maar zeker met zo’n praktisch onderwerp wil je ook iets teruggeven.’