Nieuws
Leenstelsel botst niet
De invoering van het leenstelsel is niet in strijd met het ‘internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten’ van de Verenigde Naties, stelt minister Bussemaker van Onderwijs in antwoord op Kamervragen.
woensdag 1 oktober 2014

Nederland heeft een uitbreiding van het verdrag ondertekend, waarin de geleidelijke invoering van kosteloos voortgezet en hoger onderwijs is opgenomen. Het parlement moet het verdrag echter nog goedkeuren.

Volgens Bussemaker is er geen sprake van strijdigheid met het verdrag zolang de toegankelijkheid van het hoger onderwijs is gewaarborgd. Ze meent dat dat gebeurt door middel van de inkomensafhankelijke aanvullende beurs voor studenten met ouders met lagere inkomens en door het sociaal leenstelsel in het algemeen. Tegenstanders van het leenstelsel voeren juist aan dat de toegankelijkheid in het geding is.

De minister stelt verder dat het leenstelsel tot een kwaliteitsimpuls in het hoger onderwijs leidt, en dat deze kwaliteitsimpuls een eventuele stap terug zou kunnen rechtvaardigen.

Het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten onderzocht de juridische gevolgen van ratificatie van het verdrag.

Volgens hen valt uit de interpretaties van het beoordelend Comité niet duidelijk op te maken hoe het kwaliteitsargument beoordeeld zal worden.

‘Hoewel er sprake is van een verhoging van kosten voor ouders, (kan) deze regeling een vooruitgang betekent in de verwezenlijking van het recht op onderwijs als geheel omdat de kwaliteit verbetert.’ PM