Cultuur
De terugkeer van Tom Poes
De Leidse jaren van Marten Toonder waren erg vormend. Hij was grumpy en voelde zich ondergewaardeerd. Totdat, met dank aan zijn vrouw, zijn held Tom Poes werd geboren.
Marleen van Wesel
woensdag 17 september 2014
© Marten Toonder

Minkukel, grootgrutter en zielknijper zijn woorden die zich via de avonturen van Heer Bommel en Tom Poes in het Nederlands hebben gevestigd. Auteur Marten Toonder (1912-2005) verrijkte onze taal verder nog met uitdrukkingen als: ‘kommer en kwel’, ‘een eenvoudige doch voedzame maaltijd’ en uiteraard ‘als je begrijpt wat ik bedoel’.

De Bommelsaga zelf is inmiddels wat op de achtergrond geraakt. De Toonder Compagnie presenteert daarom een nieuwe studenteneditie van De weetmuts, het 152e avontuur van heer Bommel en Tom Poes. Het verhaal verscheen in 1975 en 1976 in NRC Handelsblad.

Enkele decennia eerder, van het najaar van 1933 tot het eind van de zomer van 1940, woonde Marten Toonder in Leiden.

‘Dat waren zeven vormende jaren’, vertelt de Leidse auteur Jacqueline Zirkzee. Over die periode verscheen in 2012 van haar hand het boek Toonder in Leiden. Toonder was opgegroeid in Rotterdam. ‘Nadat hij zich met zijn buurmeisje had verloofd, zocht hij een huis en een baan. Midden in crisistijd vond hij werk bij Rotogravure, wat echt een groot bedrijf was in Leiden. Daar werden de eerste mooie tijdschriften gemaakt. Toonder presenteerde zichzelf er als tekenaar, hoewel hij slechts een paar maanden op de kunstacademie had rondgewandeld.’

Een mooie kans dus, maar de jonge autodidact liep zelf niet over van enthousiasme. ‘Volgens hem deugde er niet veel van zijn baan. In plaats van aan een tekentafel moest hij werken op een kistje. Hij vond zichzelf onderbetaald en ondergewaardeerd. Toonder was best grumpy. Voor hem was het een harde leerschool, waar hij enorm veel strips en tekeningen moest maken.’

De aanzet tot Tom Poes kwam echter uit het werk van Toonders vrouw, Phiny Dick. ‘Zij tekende boekjes over poesjes. Poezelige wezentjes waren het, waarin je Tom Poes al kunt herkennen. In 1940 stuurde Toonder een strip met de kat naar De Telegraaf. Zijn vrouw bedacht uiteindelijk de naam. Geïnspireerd door een doos tompoezen, maar dat is misschien apocrief.’

Kort daarna, in 1941, verschenen de eerste avonturen van Tom Poes in De Telegraaf. Toonder woonde toen net in Amsterdam. ‘Leiden heeft hij in het begin zeker niet gemist’, weet Zirkzee. ‘In 1933 woonde hij nog in een mooi pand, tussen professoren. Toen hij dat niet meer kon betalen, vertrok hij naar de Witte Rozenstraat. In zijn dagboeken lijkt het net een buurt voor asocialen. In werkelijkheid was het best een nette buurt, waar veel middenstanders en onderwijzers woonden. Toonder was nu eenmaal een heer van stand.’ Net als zijn andere bekende personage Heer Bommel, die zich al snel bij Tom Poes voegde. ‘In Amsterdam zat hij dichter bij waar alles gebeurde, bij schrijvers, illustratoren en uitgevers. Pas veel later schreef hij toch nog wel eens met nostalgische gevoelens over zijn Leidse tijd. Zélfs over het Rozenstraatje.’

Marten Toonder, De weetmuts, studenteneditie, De Bezige Bij, Ebook in Apples iBookstore: €0,99