Studentenleven
Beetje brak zijn en studeren
Ruim 5300 eerstejaarsstudenten mocht de Universiteit Leiden dit jaar op 1 september verwelkomen. Mare volgt drie nieuwkomers. Bij de zoektocht naar een kamer, een fiets en hun plek in de maatschappij.
Marleen van Wesel
woensdag 17 september 2014

Philip Simmermacher (18)

Studie: Internationale betrekkingen en ontwikkelingssamenwerking

Uit: Hilversum

‘Elke ochtend, als ik over het bruggetje naar de bakker loop en de zon op het water schijnt, denk ik: jezus, wat ben ik blij dat ik hier woon’, vertelt Philip Simmermacher. Hij koos voor de opleiding internationale betrekkingen en ontwikkelingssamenwerking. ‘Eerst wilde ik geschiedenis studeren, maar ik was een beetje bang dat die studie te veel geschiedenis met zich mee zou brengen. De EU vind ik een mooi project. Ik wil graag een jaar of tien in Brussel of Straatsburg werken en een flink netwerk opbouwen. Daarmee kan ik dan de zakenwereld in.’

Ook het pittoreske, de tradities en de gebouwen trokken hem aan in Leiden. ‘En Minerva, dat leek me mooi. In mijn familie zijn veel mensen lid geweest van corpora, door heel Nederland. Ik ben de eerste Minervaan sinds mijn overgrootopa. Toen al die familieleden zeiden dat ze bij het corps de mooiste tijd van hun leven hadden, kon ik maar één ding doen.’

Tijdens de El Cid ging hij nog wel even bij Augustinus langs. ‘Vooral om te kijken: hoe is dat nou? Maar er is geen enkele andere vereniging in Leiden die zich corps kan noemen.’ Na twee weken KMT is hij tevreden met zijn keuze. ‘Het is redelijk wat ik ervan verwachtte. Het is wat het is. We zijn nu aan het kernen. Dat is het vormen van jaarclubs. Het is heel eendrachtig. We leren allemaal tegelijk om te gaan met de combinatie van een beetje brak zijn en studeren.’

Hij gaat ervanuit dat hij zijn propedeuse in een jaar haalt. ‘Bij Minerva is dat wel de bedoeling. Niet dat je van de tent wordt gegooid als het niet lukt, maar je mag dan het jaar daarop geen commissiewerk doen.’

Hij vond een kamer in een Minervahuis aan het Rapenburg. Op zijn telefoon spiekt hij hoe je de naam ook alweer schrijft. ‘Qui mal y pense. Het valt allemaal best mee daar. De eerstejaars hebben wat taakjes om het huis bewoonbaar te houden. De tafel afruimen, de deur opendoen en de telefoon aannemen. Thuis moest ik zulke dingen ook wel doen, maar nu dus zonder dat het honderd keer wordt gezegd. Ik ben echt bezig met volwassen worden en een plek vinden in de maatschappij.’

I loooooooove Leiden 

Toby Jones (26)

Studie: Researchmaster Middle Eastern Studies

Uit: Frankrijk, Californië, Londen, St Andrews, weer Londen

‘Tijdens mijn bachelor middeleeuwse geschiedenis in het Schotse St Andrews focuste ik me al op het Midden-Oosten en Azië’, vertelt Toby Jones. ‘Veel artikelen die we moesten lezen kwamen uit Leiden. Toen ik na drie jaar in Londen werken een master overwoog, dacht ik direct aan Leiden. Bovendien wilde ik in februari al beginnen en dat leek daar te kunnen.’

Dat viel tegen. Eind oktober stuurde hij zijn aanmeldingsformulieren op. ‘Maar pas twee weken van tevoren hoorde ik dat ik was toegelaten per 1 februari. Toen had ik echt niet genoeg tijd om een woning te zoeken en mijn baan op te zeggen. In Londen werkte ik zelf bij zo’n admissions office. Ik snap niet dat het hier zo lang moest duren. Ook eenmaal in Leiden komt er een hoop op je af, en van de helft weet je niet eens dat je er nog iets voor moet regelen. In St Andrews was alles in een dag duidelijk, en aan het eind van die dag had je nog een collegekaart ook.’

De colleges Perzisch die hij momenteel volgt, miste hij ook bijna door bureaucratische rompslomp. ‘Ik hoorde maar niets op mijn e-mails, dus ik ging langs op het kantoor. Daar was het snel geregeld. Sterker nog: het college bleek op dát moment te beginnen. Zonder pen of papier ben ik erheen gesprint. Het lokaal zit trouwens propvol. We moeten achterin de zaal op onze schoot schrijven, wat best lastig is als je een nieuw schrift leert.’

‘I loooooooove Leiden’, zegt hij desondanks overtuigd. ‘Het is net St Andrews, maar dan groter. Via StudentHousing vond hij een een kamer. ‘Piepklein en in een kelder, maar ook in een prachtig oud gebouw. Vrienden uit de OWL slapen nog bij elkaar op de bank, dus ik heb wel geluk.’

Met die vrienden is hij trouwens heel blij. ‘Maar ik kwam natuurlijk voor The Dutch Experience en Nederlandse en internationale studenten leven enorm langs elkaar heen.’ Hij heeft wel een voetbalclub gevonden die vooral uit Nederlandse studenten bestaat. ‘Heel casual. Misschien meld ik me ook nog aan bij de Football Factory, maar de competitie moet niet ten koste gaan van de lol.’ 

Dominique Vis (17)

Studie: molecular science & technology (MST)

Uit: Harderwijk

‘Deze week zit ik drie dagen in Delft en twee in Leiden. Dat wisselt per kwartaal’, vertelt Dominique Vis over haar studie MST, die door de TU Delft en de Universiteit Leiden samen wordt aangeboden. Sinds een week woont ze er precies tussenin, in Den Haag. ‘Ik wilde de eerste maand nog even op en neer reizen vanuit Harderwijk. Omdat ik zeventien ben, heb ik namelijk nog geen stufi. Maar ook geen OV.’

Met een vriend vond ze toch een huis. ‘Een héél huis, in plaats van een klein kamertje. We hebben een balkon en het is tien minuten fietsen naar het centrum.’ Over eventuele nadelen moet ze lang nadenken. ‘Oké, we hebben geen vaatwasser. En met een studie in twee andere steden, moet ik in principe drie fietsen hebben.’ Een baantje heeft ze nog niet. ‘Dat moet ik wel zoeken, liefst in de horeca. En ik moet nog een sport regelen. In Harderwijk deed ik intensief aan kickboksen.’

Over haar propedeuse maakt ze zich geen zorgen. ‘Ik ga er natuurlijk voor om die in een jaar te halen, maar er kan best een keer iets fout gaan. De instaptoets die we vorige week kregen ging in elk geval goed. Bij het eerste college dacht ik wel: oké, dit is een heel ander tempo. Met een studie in Leiden én Delft kan ik de keuze tussen de scheikunde- en de technologiekant nog even uitstellen. Al trekt scheikunde me na twee weken al meer. Ik vind Leiden sowieso leuker, hier speelt het studentenleven zich meer in de binnenstad af. En misschien komt het ook doordat ik bij Catena zit.’

Niet alle verenigingen lieten dit jaar door de nieuwe alcoholregels zeventienjarigen toe. ‘Ach, een corporale vereniging leek me toch niks. Ik ben niet zo van de regeltjes en de mores. Bij Catena voelde ik me erg welkom. Daar bouwen ze de beste feestjes. Mijn foto hangt wel achter de bar, omdat ze me geen alcohol mogen verkopen, alleen lijkt die niet zo goed. Maar ik doe het Catena niet aan hoor.’ Na het eerstejaarsweekend van MST en de El Cid heeft ze de Delftse variant, de OWee, overgeslagen. ‘Studiegenoten die ook nog OWee liepen, lagen echt een week ziek op bed.’