Wetenschap
Eliteonderwijs niet aantrekkelijk genoeg
Te weinig studenten volgen honoursprogramma’s. Dat gaat de universiteit mogelijk geld kosten. ‘Het lijkt wel of dat het predicaat “excellent” een negatieve bijklank heeft.’
Vincent Bongers en Petra Meijer
donderdag 5 juni 2014
© Michiel Walrave

Verschillende faculteiten en het college van bestuur maken zich zorgen over de beperkte belangstelling van studenten voor het honoursonderwijs.

De honourstrajecten bieden gemotiveerde en getalenteerde vwo-scholieren en studenten de mogelijkheid om zich naast hun studie verder te ontwikkelen. Volgens de prestatieafspraken die de Universiteit Leiden voor 2015 moet halen, zal tien procent van de instroom van bachelorstudenten honoursonderwijs moeten volgen.

Een deel van het budget van de universiteit is aan deze prestatieafspraken verbonden.

Maar wat de (financiële) gevolgen zijn als de universiteit de prestatieafspraken niet nakomt is onduidelijk. En de prognoses om dat percentage te halen zien er somber uit.

De honoursstudenten in de bachelorfase zijn tot nu toe goed voor 7,9 procent van de instroom. Vorig jaar werden op de verschillende Leidse faculteiten 225 bachelorstudenten definitief toegelaten tot het Honours College.

De faculteit Campus Den Haag begon in 2014 met een honoursprogramma, en is ook goed voor een vijftiental studenten. Gelukkig worden alle studenten aan het University College meegerekend als ereklasvolgers: dat zijn er 200 per jaar. Dit jaar begonnen 5221 studenten aan een bacheloropleiding. Met een totaal van 440 honoursstudenten komt de universiteit er dus nog ruim honderd te kort.

Tijdens de onlangs gehouden universiteitsraad bleek dat het college zich net als de raadsleden zorgen maakt over de gebrekkige aantrekkingskracht van het honoursonderwijs. ‘Er zijn meerdere faculteiten waar wat achterstand is’, zei vice-rector Simone Buitendijk.

‘Het is echter niet overal een probleem. Geesteswetenschappen heeft bijvoorbeeld al grote sprongen gemaakt. We gaan kijken hoe ze het daar hebben aangepakt. We zijn dan ook van plan om een klein taskforce in het leven te roepen die alle best practices van de verschillende faculteiten verzamelt en deelt.

‘We moeten in ieder geval studenten bewuster maken van het aanbod en hen ook laten zien hoe leuk het is om een honoursprogramma te volgen. We gaan dan ook actiever aan de slag met het uitnodigen van studenten. We zorgen er voor dat we in 2015 de tien procent bereiken. Er zijn echt mogelijkheden om er nog een flinke slinger aan te geven.’

De universiteitsraad wilde ook weten wat de kosten zijn van het niet halen van een prestatieafspraak. Verrassend genoeg had het college daar geen antwoord op.

Buitendijk: ‘Ik weet niet wat er gebeurt als we een van de zeven afspraken niet halen. Maar er hangt een bedrag vast aan het hele pakket. We gaan er van uit dat we de tien procent gewoon moeten halen.’

Rechten is een van de faculteiten waar het excellentieonderwijs nog niet voldoende trekt. ‘Aan het honourscollege moet nog het een en ander gebeuren’, erkende Pauline Schuyt van het rechtenbestuur tijdens de faculteitsraadsvergadering vorige week. ‘We zijn uit aan het zoeken hoe we meer studenten kunnen trekken. Waar we achter zijn gekomen is dat veel goede studenten liever een tweede studie volgen. Die tweede studie is echt een concurrent.’

Vierdejaars rechtenstudent Raoul Waterman volgde zelf geen honoursprogramma maar zat wel in een panel dat het rechtenbestuur adviseert over excellentieonderwijs. ‘In mijn eerste jaar kregen alleen studenten die minimaal een 7,8 gemiddeld stonden een brief om deel te nemen aan het programma.

‘Naast die brief werd er geen aandacht gegeven aan het programma.Dus geïnteresseerde studenten die het vereiste gemiddelde niet behaald hadden, moesten zelf op onderzoek uit gaan om te kijken of er nog mogelijkheden waren. Ik heb er voor gekozen de studie wat breder aan te pakken en ben een tweetal minoren gaan doen.’

Volgens Waterman is het lastig om een programma op te zetten dat voor alle excellente studenten interessant is. ‘In het panel zaten zes studenten en die hadden allemaal een andere mening over hoe het programma ingericht moet worden. Er is niet een lijn te trekken en dat maakt het lastig om studenten voor te werven.

‘De rechtenstudenten die het honoursprogramma wel gevolgd hebben, oordelen niet over alle onderdelen even positief. Zij zaten in aparte werkgroepen met alleen andere honoursstudenten.

‘Het grootste probleem is dat er in de honourswerkgroepen niet dieper op de stof wordt ingegaan. Het is niet intensiever en dat was toch wel het uitgangspunt. Dat viel dus tegen. Maar het loopt pas vier jaar, de faculteit is nog zoekende.

‘Bij Geesteswetenschappen hebben ze hun hele honoursprogramma voor komend jaar omgegooid en dat heeft resultaat. Ze hebben flink meer aanmeldingen gekregen. Het kan dus snel verbeteren. Dat vind ik ook het probleem bij rechten. Het aanpassen van het programma verloopt vrij langzaam. Zorg in ieder geval dat het meer onder de aandacht komt. Het honoursprogramma moet een vast onderdeel van de promotiecampagne voor de bachelor Rechtsgeleerdheid worden. Eén brief is niet voldoende. Stuur een herinnering en neem contact op met studenten die net onder het vereiste gemiddelde staan.’

Ook het faculteitsbestuur van de faculteit der Sociale Wetenschappen maakt zich zorgen. De faculteit groeit gestaag, maar de groei van het honoursonderwijs blijft achter. Compensatie via andere faculteiten is niet mogelijk, want zij kampen met dezelfde problemen.

Volgens decaan Hanna Swaab is het niet duidelijk waarom er onder studenten zo weinig animo is. ‘Misschien gaan ze liever een semester naar het buitenland, of willen ze bestuurservaring opdoen. Het lijkt ook wel alsof studenten zichzelf niet snel als een excellente student beschouwen, of dat het predicaat “excellent” een negatieve bijklank heeft. De honours moeten anders geframed worden. We moeten werken aan de beeldvorming,’ zei ze tijdens de faculteitsraad.

Psychologiestudente Marieke Nouws herkent dat wel. ‘Ik vind de honours erg leuk en praat er dan ook regelmatig over met medestudenten. Maar het wordt niet altijd geaccepteerd om boven het maaiveld uit te steken. Sommige mensen vinden honoursstudenten bij voorbaat arrogant, maar dat is voor mij geen reden om het niet te doen.’

Volgens politicologiestudente Alyssa Voorwald zijn er veel studenten die niet voor een honourstraject kiezen, omdat ze bang zijn dat ze hun bachelor dan niet op tijd af ronden. ‘Of ze staan geen zeven gemiddeld.’

Slimme student kiest liever zelf

Tijdens het honoursdebat dat op 26 mei in de Stadsgehoorzaal gehouden werd, gaf decaan van Honours Academy Leiden Willemien den Ouden toe dat ook haar kritische geluiden bereiken over de honoursprogramma’s.

Zo zouden slimme studenten zelf wel uit kunnen zoeken wat er bij hun ambities past en liever hun eigen keuzes willen maken, in plaats van een vooraf vastgelegd honourstraject te willen volgen. Psychologiestudente en voorzitter van studievereniging Labyrint Julia Schmidt beaamde dat. ‘Als excellente student wil je jezelf onderscheiden, en niet weer een van de vele excellente studenten binnen een vastgelegd traject worden.’ Maar volgens honoursstudent Laurent Smeets (Internationale Betrekkingen en Organisaties) opent het Honours College juist deuren en trekt het kansen aan.

Bij het honoursdebat was PhD-student en schrijver Jeroen van Baar aanwezig voor het nodige tegengeluid. In zijn boek De Prestatiegeneratie houdt hij een pleidooi voor middelmatigheid. Volgens Van Baar krijgt de elite door het honoursonderwijs meer aandacht, terwijl er op speciaal onderwijs wordt bezuinigd. En juist aan de onderkant valt er volgens hem meer te behalen.

‘Honoursonderwijs is behoorlijk inefficiënt. Veel twintigers van nu zijn al maximizers. Studenten willen de mooiste baan, de dikste cv en de vetste vakantie. Dan krijgen ze ook nog eens van het ministerie van Onderwijs de ethiek opgelegd dat het fout is om tot de middelmaat te behoren. Deze instelling maakt ons ongeduldig en veeleisend. Het is ook nog eens slecht voor de arbeidsmarkt want bijna niemand wil nog leraar of verpleegkundige worden. Dat zijn namelijk beroepen die niet geassocieerd worden met excellentie. De nadruk op honours is echt ontzettend onverstandig.’