Columns & opinie
Geen commentaar: De tragische dood van Pluizebollie
Esha Metiary
donderdag 27 maart 2014
© Silas.nl

Zoals het een corpsbal in spe betaamt, heb ik me in de eerste twee weken van mijn Leidsche Tijd met passie over mijn hamster ontfermd, alvorens hem te pletter te smijten tegen de muren van de sociëteit. Word je hard van en het schept een band met je medefeuten.

Maar de tragische dood van Pluizebollie valt natuurlijk in het niets vergeleken met de praktijken van de Lusófona-universiteit in Portugal. Afgelopen december werden daar zeven studenten, geboeid en met hun rug naar de zee, onderworpen aan een quizje. Om jaarband te kweken natuurlijk, maar elk fout antwoord van de groep betekende een stap terug. Zeven trotseerden de zee, zes kwamen er niet meer heen.

Graag neem ik het stokje van GeenStijl over als het gaat om het haten op ongelukkige openbare ontgroeningen. Wie beter dan een dergelijke ruggengraatloze sneuneus als ikzelf kan reflecteren op de hardvochtige ontgroeningsaangelegenheden van Portugese universiteiten?

Als naïeve, 17-jarige Zeeuwse klampte ik me in de grote boze studentenstad met beide handen vast aan het corps; hier zou me een fijn sociaal leven in de schoot geworpen worden zonder dat daar ook maar enige moeite voor gedaan zou moeten worden. Voor de Portugese student geldt dit evenzo, alleen dan nog wat erger. Sterker nog, de ontgroening is daar niet voorbehouden aan verenigingen, maar is een affaire van de universiteit.

Waar hier in Nederland alleen een select groepje droeftoeters zich inschrijft voor een KMT-kennende vereniging, gebeurt dat in Portugal en masse. Meer regel dan uitzondering, maar heus geen groepsdruk ofzo. Heb je even geen zin om yoghurt uit iemands schoot te likken of een ballon kapot te neuken met je jaargenoot? Jammer, maar dan ben je de rest van je studententijd een paria en tel je niet meer mee aan de Portugese universiteit.

Na de Anjerrevolutie in de jaren zeventig, kwamen kennishongerige jongeren massaal op het idee om een graad te halen. Met minder aanbod dan vraag, was er ruimte voor particuliere universiteiten om zich te ontwikkelen en het overschot aan studenten een plek te bieden om het hoofd te laten vullen met de pure groepsdrukwaanzin. Deze universiteiten zijn de kleine spelers en lijden daarom aan het kleinepenissyndroom. Dat gebrek aan kwaliteit proberen ze te compenseren met rituelen waar corpora hier nog een puntje aan kunnen zuigen. Tevens is de historie van particuliere universiteiten zo oppervlakkig, dat het geen eigen tradities heeft om op terug te vallen en dus maar leentjebuur moet spelen. Want beter goed gejat dan slecht bedacht.

De Lusófona-universiteit beweert dat er geen sprake is van een ontgroeningsritueel en dat dit slechts mediagelul is. Natuurlijk zeg je dat als je de afgelopen twintig jaar je stinkende best gedaan hebt om nader tot de top te komen en hierin jammerlijk hebt gefaald. Blijkbaar toch niet zo goed gejat, sukkels.

Het ontgroenen moet je overlaten aan de heer en meester. En ondanks dat ik nog lang nachtmerries heb gehad over de kraaloogjes van mijn Pluisje, scandeer ik graag: lang leve de eenheidsworst! Weg met de knorren!