Studentenleven
Frutti: Fit door deegrollers, hamers en parachutes
Marleen van Wesel
donderdag 6 maart 2014
© Marc de Haan

‘Het is best Amerikaans, zo’n grote industriële ruimte, zonder afleiding zoals tv’s. Je komt hier puur om te sporten’, vertelt Niels van der Klauw (25, masterstudent sociale en organisatiepsychologie). Zaterdag opende hij met zijn broer een nieuwe Leidse sportschool: SPORTJA. ‘Dat klonk wel positief: sport en ja.’

De mannenkleedkamer is nog leeg, voor het grote raam hangt nog geen gordijn of andere raambekleding. Vanaf de drukke Admiraalsweg zou je zo de douches in kunnen kijken, maar die zijn pas later deze week klaar. ‘Er zijn ook een paar apparaten die nog moeten komen’, vertelt Van der Klauw. Eén crosstrainer en één loopband zijn de enige reguliere cardioapparaten, maar dat blijft zo. ‘En die zijn vooral voor revalidatie en warming-up.’ Hij traint namelijk liever met losse gewichten en vrije bewegingen. ‘Op een machine kun je maar een kant op, of hooguit twee: heen en terug. Los kun je alle kanten op en moet je je lichaam continu corrigeren.’

De houten plyobox van 60 bij 70 bij 80 centimeter heeft hij zelf gebouwd. De bedoeling is dat je erbovenop springt. De hoogte kun je variëren door de box te kantelen. ‘Het voordeel ten opzichte van gewoon omhoog springen is dat je de klap van het neerkomen niet hoeft op te vangen.’ Langs de volledige lengte van de rechterwand ligt een grasmat voor sprintjes en trainingen met loop- of draaibewegingen. Er is ook een parcours mogelijk met mini-hordes, een parachute die je achter je aan kunt trekken voor meer weerstand en een prowler. Dat is een soort zware slee die je kunt duwen of met een touw mee kunt slepen. ‘De beweging die je daarbij maakt is supergoed, en ook superzwaar.’

Toen hij ooit zelf begon te trainen, leek het hem al wat, een sportschool opzetten. ‘In mijn tweede en derde jaar volgde ik een minor bedrijfswetenschappen. In studieopdrachten heb ik de opzet al verwerkt. Intussen volgde ik een stage, waardoor ik ook meteen wist wat ik niet wilde: de hele dag op kantoor zitten.’

Enkele dagen na de opening staat de teller al op vijftig leden. Een van hen is Erik Dubbeldeman (24, geschiedenis), die aanschuift aan de eveneens zelfgebouwde bar. ‘Ik deed altijd aan kickboksen en zulke contactsporten, maar vanwege een blessure ben ik gestopt. Hier probeer ik rustig aan weer sterker te worden’, vertelt hij. Hij is bevriend met Van der Klauw en heeft hard geholpen met de laatste klusjes. ‘De schuurplekken zitten nog op mijn handen.’

Vooral personal trainers en bootcampinstructeurs gebruiken methodes zoals SPORTJA aanbiedt. ‘Maar er was in Leiden nog geen sportschool met instructeurs die zulke faciliteiten voor iedereen toegankelijk maakt’, denkt Van der Klauw. Hij demonstreert hoe je met een grote hamer midden in de zaal op een tractorband kunt slaan. ‘Als je het schuin doet is het extra goed voor je buikspieren. Het is intensief, maar dat is wel zo efficiënt.’ Verderop, naast een rubbermat, liggen een degelijke houten deegroller, een wat grotere roller van schuimrubber en een powerbal. ‘Om jezelf mee te masseren als je ergens een knoop hebt.’

Buiten miezert het, maar waar nu nog stukken hout, zeil en ijzer liggen, kun je straks ook trainen. ‘Vanaf één uur heb je hier zon. En daarna kunnen we nu en dan barbecueën.’