Studentenleven
Yoloswaggen met stenen
Een keer per jaar is het zeker grappig en zorgt het voor de nodige spanning en sensatie. Ervaring is bij de Studenten Curling Trophy niet vereist, maar als je er eenmaal aan begonnen bent, blijf je terugkomen.
Esha Metiary
donderdag 16 januari 2014

Zo ook Thijs van Harten (28), Joris Veldkamp (22) en Gido Snaterse (21), allen masterstudenten biomedische wetenschappen. Afgezien van Veldkamp, was het voor hen de tweede keer dat zij als bezetenen over het ijs mochten vegen. ‘Natuurlijk word je wel ietsjes competitief als je lekker bezig bent, maar het is niet echt iets wat je serieus wil gaan beoefenen.’

Hoewel de heren de sport niet alledaags beoefenen, wordt er wel vooruitgang geboekt. ‘Ik raakte vorig jaar helemaal niks’, zegt Snaterse terwijl Van Harten z’n hoofd schudt. ‘De themakleur was groen. Iemand had toen bedacht dat we theedoeken als bandana’s moesten dragen en dat vond ik wat flauw. Ik heb er toen ooggaten ingeknipt en was de hele dag de Gemaskerde Muchacho.’ Snaterse: ‘O, was jij dat!’

Hoewel het de tweede keer was dat het team meedeed, moesten ze dit keer een klasse lager spelen. ‘Als je de eerste twee partijen wint, kom je in de zogeheten high road. Verlies je er een dan kom je in de middle en als je ze allebei verliest kom je in de low road. Daarna worden er nog twee partijen gespeeld en maak je nog een kans om te winnen in de road die je speelt. Anders word je helemaal triest van jezelf’, legt Veldkamp uit.

‘De echte fanatiekelingen waren kneusjes en nerds, die namen het iets te serieus. Ik denk dat ze zelf op curling zaten, want ze waren er duidelijk om te winnen.’ De regel dat ‘echte’ curlers niet de laatste en belangrijkste steen mochten werpen, werd aan de laars gelapt. ‘Beetje zwak, want wij kunnen helemaal niet curlen.’

Maar aan de andere kant: als de negentien kilo wegende steen zonder beleid het ijs op gemieterd wordt, gaat de baan dan niet kapot? Van Harten: ‘Je kunt niet gaan zeuren over beschadigingen als je een studententoernooi organiseert waar vanaf twaalf uur ’s middags al bier geschonken wordt.’ Van Harten en Snaterse barsten in lachen uit en kijken Veldkamp aan. ‘Je hebt die laatste steen wel heel erg hard geyoloswagd.’ Veldkamp haalt zijn schouders op en grijnst. ‘De laatste stenen lagen heel kut voor ons. Ik moest onze laatste werpen en gooide hem fucking hard. De vegers konden ‘m niet bijhouden, twee stenen van de tegenpartij werden er uit geknald en onze steen eindigde in het midden.’

Of ze zelf ook nog over de baan geschoven zijn? ‘Nee, maar ik ben wel tijdens het vegen op m’n bek gegaan’, vertelt Veldkamp. Snaterse: ‘Vorig jaar was er eentje die voor haar steen uitliep en redelijk hard onderuit geveegd werd. Maar dat kan ook met alcohol te maken hebben gehad.’