Studentenleven
Clubje: 'Zoenen noemen ze: tonghockey'
donderdag 5 december 2013

Menno de Haas (25, psychologie, midden): ‘Als vrijwilligers bij de werkgroep SCORA geven wij seksuele voorlichting aan de onderbouw van middelbare scholen. Kinderen beoordelen je binnen een paar seconden, dus je moet er wel relaxed bij staan.’

Joyce Dullaart (20, psychologie, links): ‘De les begint met een ijsbreker. We schrijven vier woorden op het bord, bijvoorbeeld “zoenen”, “borsten”, “penis”, “vagina”. De jongeren mogen dan alle synoniemen die ze kennen opnoemen.’

Stephanie Resopawiro (23, psychologie, rechts): ‘Je hoort de gekste dingen. Zoenen is “tonghockey” of “propellertje draaien”. Een penis is een “frikadel” of “genotsknots” en een vagina is een “penisverwarmer”.’

Dullaart: ‘Het ijs is gebroken, maar het heeft nog een doel. We vertellen de leerlingen dat ze vanaf dat moment alleen nog maar de woorden op het bord mogen gebruiken. Zo wordt de les niet steeds verstoord door gegiechel.’

Resopawiro: ‘Het programma werkt met peer educators. Omdat wij qua leeftijd niet zover van de jongeren af staan nemen ze dingen sneller van ons aan. Een veilige sfeer is daarbij belangrijk. Lachen mag, maar uitlachen niet.’

De Haas: ‘We hebben een anticonceptiekoffer en besteden aandacht aan verschillende soa’s en hoe deze overgedragen kunnen worden.’

Resopawiro: ‘We schrijven samen bijvoorbeeld alle lichaamssappen op het bord. Dat leidt vaak al tot een hoop hilariteit: “Ieuw, kots”, of “Ieuw, urine”. We leggen de jongeren uit waar ze mee op moeten passen, maar bijvoorbeeld ook dat ze bij wijze van een heel zwembad met snot moeten drinken om op die manier een soa te krijgen.’

De Haas: ‘Vervolgens doen we in een toneelstukje juist alles verkeerd.’

Resopawiro: ‘De klas mag ons namen geven en zeggen in welke disco we zijn. We vinden elkaar leuk en gaan samen naar huis, waar het meisje een condoom uit haar bh haalt of de jongen uit zijn portemonnee: precies de plaatsen waar je condooms niet moet bewaren.’

Dullaart: ‘We scheuren de verpakking open met onze tanden, zodat de kans groot is dat het condoom kapot gaat. Vervolgens rollen we hem uit om te schatten of hij wel past. Het condoom wordt opgeblazen en er als een sok omheen gedaan. Daarna spoelen we hem door de wc.’

De Haas: ‘Dan volgt de condoomrace. In twee teams moeten ze om de beurt op de juiste wijze een condoom op een plastic penis doen.’

Resopawiro: ‘De meeste kinderen vinden het vies om de plastic penis en de condooms aan te raken. Door er een spelletje van te maken raken ze ermee vertrouwd.’

Dullaart: ‘De les eindigt met de anonieme vragenbox. De helft van de vragen is niet serieus en hoeven we niet te behandelen. “Wat is je telefoonnummer?” “Heb je een vriendje?” “Wat is je cupmaat?” “Wat is een goede pornosite?”’

Resopawiro: ‘Serieuze vragen gaan vaak over de gemiddelde leeftijd waarop jongeren voor het eerst seks hebben. Ze vragen ook hoe oud wij waren toen we het voor het eerst deden.’

Dullaart: ‘Ik vind het niet erg dat het soms persoonlijk wordt. Maar soms verzinnen we een antwoord. Als de een “vijftien jaar” antwoordt, zegt de ander bijvoorbeeld “twintig”, om aan te geven dat dat ook normaal is.’

Door Petra Meijer