Columns & opinie
Column: De eeuwige vraag
woensdag 23 oktober 2013

De hoogleraar bladerde even door zijn aantekeningen, keek de aanwezigen indringend aan en verzuchte: ‘het blijft natuurlijk altijd de vraag: zijn studenten nou zo dom, of zijn wij nou zo slim?’

Toen ik deze mooie uitspraak kon optekenen ging het gesprek over afstudeerscripties, bij een vergadering van een landelijk overlegorgaan dat de kwaliteit van studies probeert te waarborgen. De hoogleraar bedoelde het overigens niet negatief, want de discussie ging verder vooral over hoe scripties worden beoordeeld. Maar het zette mij wel aan het denken.

Ik heb nu een aantal masterscripties zelf begeleid en bij collega’s en vrienden meegemaakt hoe zij studenten begeleiden. En lieve studenten, jullie zijn misschien niet dom, maar wel bij vlagen ongelooflijk incompetent.

Ik zal pogen uit te leggen wat ik vaak zie misgaan bij scripties, en vooral wat je zelf kunt doen om te voorkomen dat ook jij dag in dag uit futloos naar je laptop zit te staren en na een jaar met een genade-zesje naar huis wordt gestuurd.

Om te beginnen, je begeleiders: ja, we reageren nooit op mails, lezen nooit jouw stukken en zijn vooral ook elke dag van de maand ongesteld, maar desalniettemin zou je ons moeten koesteren, knuffelen zelfs. Want elke minuut die we aan jouw scriptie besteden is er eentje waarin we onze wetenschappelijke carrière verder uit onze vingers zien glippen.

Een vriendin van mij ging aan de slag als onderzoeksassistent. Ze moest gelijk in haar eerste week een aantal masterstudenten gaan begeleiden. Deze schreven hun scripties over onderwerpen waar mijn vriendin nauwelijks iets over wist. Voor elke student kreeg ze naast haar onderzoek één uur per week de tijd. Studenten boos, vriendin gestrest en uw columnist dolgelukkig natuurlijk, want weer een columnwaardige anekdote.

Nu kun je natuurlijk concluderen dat het allemaal de schuld is van de universiteit. Maar dat is ten eerste te makkelijk, want er moet nu eenmaal links en rechts bezuinigd worden. En ten tweede nutteloos, want op dit soort zaken heb je toch geen invloed.

Dus laten we het houden bij waar jij wel invloed op hebt: jezelf. Wat kun jij doen om zonder al te veel stress en vertraging een goed cijfer te halen?

Allereerst: het doel van een masterscriptie is niet om onderzoek te doen, maar om te laten zien dat je weet hoe het ongeveer zou moeten. Als jij als student in een paar maanden tijd een serieuze bijdrage kan leveren aan het onderzoeksveld dan moet je onmiddellijk een andere studie kiezen.

Aangezien jouw opleiding hier waarschijnlijk veel te weinig aandacht aan besteedt, is de vraag dan: hoe doe je gedegen onderzoek? Verreweg mijn meest favoriete manier om papers/scripties te schrijven is volgens het CARS-model. Serieus, google het. Je leven wordt er makkelijk op.

In het kort gaat dit als volgt: eerst beschrijf je het onderwerp. Vervolgens schrijf je op wat er zoal geschreven is door andere wetenschappers. Dan identificeer je een lacune in de literatuur. Iets waar anderen nog niet naar gekeken hebben, of in ieder geval niet goed genoeg. Daar rolt dan automatisch je onderzoeksvraag uit.

Vervolgens – en dit is iets wat verbazingwekkend vaak fout gaat – kies je een onderzoeksmethode en theoretisch kader waarmee je jouw onderzoeksvraag gaat beantwoorden. En dan gebruik je ook echt die onderzoeksmethode om je onderzoek mee uit te voeren en interpreteer je jouw resultaten ook echt met behulp van dát theoretische kader.

Jouw daadwerkelijke resultaten, uitgebreide voetnoten en enorme literatuurlijst kunnen mij als begeleider geen flikker schelen. Ik wil gewoon dat je laat zien dat de gekozen methode, resultaten (of gebrek daaraan) en theoretisch kader een mooi geheel vormen. Makkelijk toch?

Benjamin Sprecher

Promovendus bij het Centrum voor Milieuwetenschappen