Studentenleven
Column: Neo-hippies
woensdag 9 oktober 2013

‘Universiteiten zijn net jongetjes die een wedstrijdje verplassen doen’, kopte het opiniestuk van ene Eva Teuling vorige week in de Volkskrant. Daarin trok ze van leer tegen het jaarlijkse gekwijl van Nederlandse universiteiten bij de publicaties van internationale rankings. Van Teuling vindt dat de liefde voor lijstjes doorslaat, meer nog: rankings zijn overbodig. Want wanneer je een bevlogen docent voor je hebt staan die goed onderwijs geeft, doen die dingen er eigenlijk niet toe. En daar ben ik het wel mee eens.

Aan de andere kant vind ik het universalistische anti-rankingsgedachtegoed net zo goed doorslaan. Zeker voor studenten is onderscheid, ook tussen universiteiten, simpelweg belangrijker geworden. Want waarmee kun je je anders nog onderscheiden? Er zijn nu eenmaal erg veel studenten anno 2013 en door het overaanbod dreigen diploma’s minder waard te worden. Enquêtes laten steeds vaker zien dat werkgevers ervaring belangrijker vinden dan een diploma. En op basis van je cijfers kan je – met uitzondering van cum-laude-studenten - het verschil na afstuderen alvast niet maken. Of je nou een gemotiveerde student zonder herkansingen was of er drie jaar lang de kantjes van hebt afgelopen. Zelfs al deed je er zes jaar over: maakt het echt wat uit? Dan is het wel fijn als het verder volstrekt gelijke diploma dat je aan een potentiële werkgever kan voorleggen wél het logo van een net wat meer gerespecteerde universiteit draagt. Dat maakt lijstjes nuttig.

Maar tegenwoordig lijkt het dus wel alsof onderscheid whatsoever taboe is geworden - en met een bacheloropleiding in de geesteswetenschappen achter de kiezen spreek ik als geen ander uit ervaring. Dan was ik nog maar eens in een college beland waarbij de combinatie van perfect nonchalant gekapte hipster douchebags/douchebaguettes met neo-hippies (type vierseizoenen-jezussandalen en ongewassen aura) er onvermijdelijk voor zorgde dat elke discussie op een dooddoener strandde… Zucht. Om koppijn van te krijgen.

Natuurlijk is iedereen gelijk en moeten we gelijke rechten hebben en alles, maar dat betekent niet dat Alles ook Kunst is en Iedereen Bijzonder. Want dan is simpelweg niks kunst en ook niemand bijzonder. De essentie van dat soort concepten zit ‘m juist in het onderscheid. Het prediken van het ‘iedereen is gelijk’-principe kan bovendien, als puntje bij paaltje komt, net zo goed doorslaan naar morele superioriteit. Hoe noemen hipsters dat ook alweer? O ja: ironie.

Ook ironie, of tenminste als dusdanig bedoeld: mijn vorige column. De beledigingen daarin heb ik bewust belachelijk erg overdreven, juist opdat ze niet serieus zouden worden genomen. Het enige mikpunt van spot - ook al had lang niet iedereen dat door - was ikzelf.

Best wel hipster van me.

Talitha DeHaene