Studentenleven
'We beuken er gewoon doorheen'
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 26 september 2013
© Door Marc de Haan

Tessa Laurens (18, rechtsgeleerdheid): ‘Tijdens de Kennismakingstijd hebben we een praatje gehad over hoe het dispuutssysteem op Quintus werkt, en daarin werd vanuit het bestuur gestimuleerd om een dispuut op te richten, mede omdat er zoveel nieuwe leden bij zijn gekomen dit jaar. Wij bleken de harde kern te zijn die hierin is geïnteresseerd.’

Jolin van Eijck (18, psychologie): ‘We hadden helemaal niet van tevoren met elkaar afgesproken om een nieuw dispuut te beginnen. Pas na het praatje werd onze interesse gewekt.’

Maartje de Groes (18, pedagogiek): ‘Het is handig om te weten hoe anderen het hebben aangepakt met het opstellen van de statuten, het regelen van de geldzaken en dat soort dingen.’

Jolijn: ‘Voor het opstarten van het dispuut hebben we hulp gekregen van het vorig jaar opgericht herendispuut Duodecim, maar het meeste overleggen we met de vice-voorzitter van Quintus.’

Bente Paans (17, psychologie): ‘Zij hebben dit pas geleden allemaal zelf meegemaakt, dus zij kunnen ons goed van advies voorzien.’

Laurens: ‘En ervoor zorgen dat we niet in dezelfde valkuilen trappen.’

Paans: ‘Het is wel een mooie manier om je stempel te drukken op Quintus. Dat je later terugkijkt en kan zeggen: “Kijk, dit hebben wij opgericht!”’

Danique Nijhuis (18, rechtsgeleerdheid): ‘En dat je je eigen kleding en tradities bedenkt.’

Laurens: ‘Ik haat het als mensen zeggen: “Jij hoort in dat hoekje.” Wij zijn gewoon onszelf, en wat mensen van ons denken maakt ons niets uit. Maar we zijn zeg maar niet van het thee drinken. En ook niet op ons mondje gevallen.’

Van Eijck: ‘We moeten eerst nog een naam verzinnen, en leden werven. We hebben al wel ideeën voor onze dispuutsnaam.’

Paans: ‘Maar die gaan we niet zeggen.’

Laurens: ‘Bovendien willen we die niet alleen met elkaar bedenken, maar willen we ook de nieuwe leden die zich dit jaar nog kunnen aansluiten laten meedenken.’

Van Eijck: ‘Klopt. We zijn nog niet compleet, dus we kunnen veel zaken nog niet doorvoeren.’

Laurens: ‘We zijn nu vooral druk bezig met de VAP (Vrije Activiteiten Periode, red.), waarin we veel met onze jaargenoten praten en laten zien dat we er zijn.’

Nijhuis: ‘Tot nu toe krijgen we veel reacties van onze jaargenoten dat ze het leuk vinden dat we dit doen, maar dat ze het toch niet echt zien zitten om zich bij ons aan te sluiten.’

Laurens: ‘Omdat ze denken dat het veel tijd en geld kost om een dispuut op te richten. En omdat we natuurlijk nog geen ouderejaars hebben, terwijl dat vaak een van de redenen is dat je bij Quintus lid wordt.’

Nijhuis: ‘We gaan ook wel actief meedoen aan het zaalleven, zoals zooien en zingen. We willen ons laten zien.’

Laurens: ‘Elk dispuut heeft een eigen plek in de zaal, en als nieuw dispuut moet je die verdienen. Mensen vragen ons al waar in de zaal wij willen gaan staan. Alsof we daar nu mee bezig zijn. We beuken er gewoon doorheen en we zien het wel.’