Wetenschap
Aantrekkelijk door afweer
Er lijkt een verband te zijn tussen je immuunsysteem-genen en hoe aantrekkelijk je bent voor muggen, ontdekten Leidse en Wageningse wetenschappers.
Bart Braun
woensdag 18 september 2013

Wie wel eens in gezelschap slaapt, zal het misschien zijn opgevallen: muggensteken zijn oneerlijk verdeeld. De ene slaper wordt wakker vol roze bulten, de ander met een huid zo ongeschonden als babybilletjes in een luierreclame. Blijkbaar zijn sommige mensen aantrekkelijker voor muggen dan anderen.

Dat is eigenlijk raar: bloed is bloed, zou je denken. Wat maakt het een mug nou uit van wie ze drinkt?

Die vraag is van levensbelang als het niet meer over de Hollandse steekmug gaat, maar over malariamuggen. Grofweg de helft van alle mensen die ooit dood zijn gegaan, ging dood aan malaria. Nog steeds kost de ziekte jaarlijks honderdduizenden doden, en veroorzaakt het miljarden euro’s aan economische schade. Wageningse wetenschappers doen daarom al meer dan twintig jaar onderzoek naar de vraag wat een mug nou precies wil en doet.

In zijn onvolprezen boek Mug geeft de voormalig Wageningse onderzoeker Bart Knols een overzicht van al het wereldwijde onderzoek daarnaar. Het maakt muggen amper uit hoe vaak mensen zich wassen. Knoflook en bier helpen ook niet, al het volksgeloof ten spijt. Wat evenmin helpt, is ’s nachts in het donker je slaapkamer binnenglippen. De mug wordt niet aangetrokken door de lampen, maar door warmte, het koolzuurgas dat je uitademt, en de geur van zweet.

Nou is zweet van zichzelf reukloos. Pas als bacteriën het opeten, ontstaat er een echte zweetlucht. Knols haalde de wereldpers toen hij ontdekte dat Limburgse kaas buitengewoon aantrekkelijk is voor malariamuggen. Die kaas wordt gemaakt met behulp van hetzelfde soort bacteriën als er op zweetvoeten groeit. Vermoedelijk persten de eerste makers van deze kaasjes de kaas-in-wording uit met hun blote voeten, en is de bacterie zo in het recept beland. Vieze sokken ruiken dus niet naar kaas, het is andersom.

Muggen houden dus zweetgeur, maar niet ieders zweetgeur is hetzelfde. Leeftijd, dieet en gezondheid zijn allemaal van invloed. Ook je genen spelen een rol. Dat is waar de Leidse hoogleraar immunogenetica Frans Claas om de hoek kwam kijken.

Het muggenonderzoek was een uitstapje voor hem. In het dagelijks leven houdt Claas zich bezig met de genetica van het immuunsysteem vanwege de koorddanserij die de afweer moet bedrijven tijdens de zwangerschap: als alle vreemde smetten geweerd moeten worden, maar de baby nou net niet. Het vakgebied is ook van belang als je het beste donororgaan voor een patiënt wil vinden. Daarbij helpt het enorm als donor en ontvanger immunogenetisch op elkaar lijken.

De belangrijkste overeenkomst zijn de zogeheten Human Leukocyte Antigens (HLA’s). Dat zijn eiwitjes die op allerlei cellen in het lichaam zitten, en ze fungeren als een soort security badges. De HLA’s presenteren allemaal stofjes die aan de binnenkant van de cel zitten, en de beveiliging van het lichaam – de witte bloedcellen – controleert of alles klopt. Geen badge? Dan is het vast een bacterie of parasiet die weggewerkt moet worden. Wel HLA-eiwitten, maar ze zitten vol met virusstofjes? Ook dan grijpt het immuunsysteem in.

Hoe meer verschillende HLA’s je aan kunt maken, hoe meer ziekmakers je tijdig kan herkennen. Een orgaandonor en -ontvanger moeten qua HLA’s zo gelijk mogelijk zijn, maar een papa en een mama juist zo min mogelijk. Dan hussel je de genen lekker door elkaar, en krijgt het kindje een lekker breed badge-pakket mee. ‘Hoe diverser je HLA-genen, hoe beter je afweer’, vat Claas het samen.

Het is dan ook niet toevallig dat de HLA-genen nauw verknoopt zijn met lichaamsgeur. Zo kan je onbewust bepalen of iemand afweergewijs bij je past of niet. Mensen vinden mensen met een badge-pakket dat verschilt van dat van henzelf lekkerder ruiken, stelde een Zwitserse onderzoeker in 1995 vast.

Diezelfde HLA-genen spelen ook een rol in je aantrekkelijkheid voor muggen, stelden Claas en co vast. In het vaktijdschrift Infection, Genetics and Evolution beschrijven ze een onderzoek met 48 vrijwilligers die hun voeten af moesten vegen aan glazen knikkertjes.

De muggen hadden een duidelijke voorkeur voor het zweet van mensen met een bepaalde HLA-variant. ‘We weten nog niet zo goed hoe dat zit’, vertelt Claas. ‘Wellicht dat de stofjes anders binden aan geurstoffen zorgt voor een verschil in geur.’

Een andere optie is dat de verschillen in afweersysteem zorgen voor verschillende bacterieflora op de huid, die het mensenzweet op een andere manier verwerkt. ‘We weten nu nog niet om welke van de twee het gaat.’

Claas: ‘De volgende stap is nu: hoe werkt het? En waar kan ik ingrijpen? Eerst zou ik overigens nog een uitgebreidere, grotere studie willen doen. Het is niet duidelijk of het effect echt zo groot is als in dit onderzoek.’

Dit resultaat betekent in elk geval niet dat je veilig bent als je dat ene antigen toevallig niet hebt, benadrukt hij.

‘Je kan ook variatie hebben aan de kant van de mug, net zoals bij mensen. Het kan best zijn dat muggenstammen ook verschillen in hun voorkeur.’