Nieuws
Onzekere positie promotiestudent
Het college van bestuur wil vijftig promotiestudenten een plek geven aan de universiteit. De universiteitsraad blijft kritisch over het plan en maakt zich zorgen over de rechtspositie van de nieuwe promovendi.
Vincent Bongers
donderdag 5 september 2013

In 2014 wil het college al de eerste promovendus nieuwe stijl binnenhalen.

De raad wijst er ook nadrukkelijk op dat de promotiestudent niet de aio mag vervangen en vindt dat er nog erg veel onduidelijk is over een plan dat al zo snel ingevoerd wordt.

Een promotiestudent is niet in dienst van de universiteit en ontvangt dus geen loon. 

Binnen de huidig wetgeving is deze regeling niet mogelijk. Maar minister van Onderwijs, Jet Bussemaker, wil experimenteren met de zogeheten promotiestudent. En Leiden doet mee. De minister moet de wettelijke kaders van het experiment nog wel vaststellen. Het is dus nog niet duidelijk hoeveel ruimte de universiteit krijgt.

Voorlopig gaat het college uit van haar eigen plan. Promotiestudenten moeten in de praktijk niets merken van hun andere status.

‘Het enige verschil is dat zij geen werknemer zijn maar student’, zei vicerector magnificus Simone Buitendijk vorige week tijdens de universiteitsraad.

Het college schrijft aan de raad dat de vijftig promotiestudenten een normale werkplek krijgen en dus geen flexplek. ‘Als dit niet te realiseren is, dan is de consequentie dat er minder worden aangenomen.’

Er ligt geen financieel motief aan het experiment ten grondslag. Ook benadrukt het college dat de studentpromovendus niet de aio vervangt. Het college wil talentvolle studenten die nu niet de kans krijgen om te promoveren een plek geven.

Ook richt de universiteit zich op promovendi uit het buitenland. ‘Die verwachten geen werknemerstatus omdat dat in hun land van herkomst niet gebruikelijk is.’

De raad wil echter graag weten wat nu de criteria zijn om te kiezen voor een aio- of studenttraject.

Verder vindt de raad dat gelijkheid op de werkvloer moeilijk te bereiken is. Vanwege de studentstatus bouwt de nieuwe promovendus geen pensioen op en is deze op andere wijze verzekerd.

Daarnaast mag een student eigenlijk niet doceren. Het is twijfelachtig of promotiestudent dat wel mag. Ook is het onduidelijk of zij een basiskwalificatie onderwijs moeten halen.