Nieuws
Krokodillenteen
woensdag 4 september 2013

In de evolutie moet je roeien met de riemen die je hebt. Op het eerste gezicht schiet de biodiversiteit alle kanten op, maar wie beter kijkt ziet er dat vooral heel veel variaties op een thema worden gemaakt. Ontdaan van vlees en vel lijken walvissenflippers en vleermuisvleugels op een vervormde mensenarm, en dat komt omdat alle drie de dieren een gemeenschappelijke evolutionaire geschiedenis hebben. In Nature van vorige week beschrijft de Leidse bioloog Merijn de Bakker samen met een internationaal team van collega’s de verschillen tussen de ‘vingers’ van krokodillen en vijf soorten vogels. De oervorm had ooit vijf vingers, en de nijlkrokodil heeft er nog steeds vijf aan zijn voorpoot. Bij vogels is de voorpoot een vleugel. Daar blijft er soms zelfs één vinger over – ontwikkelingsbiologisch gezien de middelvinger. Opmerkelijk genoeg staan in het ei dan nog wel de genen aan voor vier van de vijf vingers, alleen komt daar geen echte vinger meer uit voort.