Nieuws
Pk in de hersenpan
De loting bij Geneeskunde verdwijnt en wordt stapsgewijs vervangen door decentrale selectie. Vanaf collegejaar 2014-15 wordt bijna de helft van de plaatsen gevuld door studenten die een Engelstalige toets succesvol gemaakt hebben en intensief geïnterviewd zijn.
woensdag 19 juni 2013

Waarom gaat het selectieproces op de schop? 

Pancras Hogendoorn, decaan Geneeskunde: ‘Uiteraard is het verbeteren van studiesucces een reden: Zorgen dat een scholier de studie kiest die bij hem past, zodat we geen mensen verliezen tijdens de opleiding.

‘Daarnaast is het ook heel raar dat er met loten over de toekomst van studenten wordt beschikt. We willen de student die de vaardigheden heeft om een goede arts te worden. De meeste tijd gaat zitten in studenten die eigenlijk niet helemaal matchen met de studie.

‘Als je nu de juiste mensen binnenhaalt, worden die zes jaar voor beiden prettiger. Een andere reden is dat de andere geneeskundeopleidingen al decentrale selectie hebben. Je kunt niet achterblijven. Utrecht en Leiden waren dit jaar de enige twee zonder decentrale selectie.’

Hoe gaan jullie het aanpakken?

Hogendoorn: ‘Scholieren met een gemiddeld eindexamencijfer gelijk of hoger dan 8 worden sowieso geplaatst. En in Leiden krijgen ook de geslaagden van Pre-University College een plek. Dat verandert niet. Een deel blijft loting. En er komt een deel decentrale selectie. Dat zijn er 130. In totaal is er plek voor rond 320 studenten. Deze splitsing is er om verschillende redenen. We willen ervaring op doen, en meten of de decentrale selectie effect heeft.’

Internist Menno Huisman: ‘Een scholier kiest overigens zelf voor decentrale selectie. Meedoen met de loting kan ook.’

Hogendoorn: ‘Een van de criteria is een cijferlijst van 6,5 gemiddeld voor de relevante vakken bij de overgang van de vijfde naar de zesde klas. ‘We weten dat een bepaald gemiddelde nodig is om succesvol te zijn.’

Grijpt het Leids Universitair Medisch Centrum met een 6,5 niet naast goede artsen?

Hogendoorn: ‘Dat kan. Misschien wordt het na onderzoek wel een ander cijfer. Het is allemaal nieuw. Een 6,5 is een goed startpunt.’

Hoe worden deze scholieren getest?

Hogendoorn: ‘Zij gaan de BioMedical Admissions Test (BMAT) maken, een Engelstalige toets. De kosten voor de student zijn 50 euro. De rest passen wij bij. Het is een dure maar goede toets, geen gerommel. De test bestaat uit drie delen: vragen over bètavakken; een deel “logisch redeneren” en een essay in het Engels.’

Huisman: ‘Het is wel een grote stap. Het Engels kan best pittig zijn. We gaan zien hoe dit uitpakt. Het kan natuurlijk zijn dat studenten niet voor het Leidse selectieproces kiezen. We verwachten echter van niet.’

Hogendoorn: ‘Aan de hand van de test, stellen we een ranglijst op. Dan weet je al hoeveel pk de scholieren in de hersenpan hebben. Maar je wilt ook weten of deze de vaardigheden heeft om een goede arts te worden. Dus organiseren we gesprekken.’

Hoe gaat dat in zijn werk?

Huisman: ‘We testen daarin de niet-medische soft skills, bijvoorbeeld empathie en de communicatie naar patiënt en collega’s. De idee is niet één gesprek, maar drie of vier. Met verschillende gesprekspartners, onderwerpen en situaties.

‘Er ligt geen onderzoek waaruit blijkt dat deze aanpak leidt tot uitstekende artsen. Wij verwachten natuurlijk van wel en zullen dit ook in de toekomst evalueren.

‘De scholieren hebben een aanbevelingsbrief nodig van de schoolleiding en schrijven een motivatiebrief. Die twee elementen komen terug in de interviews. Zelfreflectie is belangrijk. Maar er komt bijvoorbeeld ook een acteur die bijvoorbeeld een patiënt met buikpijn speelt. Die zegt tegen de scholier: “Ik heb die en die klachten.” Het is een gesprek van vijf á zes minuten. Geen afgeronde zaak, dat hoeft ook niet. Je kunt zien hoe een potentiële student reageert. Negen tot twaalf observatoren zien de scholier. Het is een fijnmazig net van oordelen.’ VB