Columns & opinie
Clubje: 'Het gaat altijd over mijn moeder'
woensdag 19 juni 2013
© Marc de Haan

Mark Bos (22, geschiedenis): ‘Stubandikoos is een jaarlijks terugkerende wedstrijd waarbij de vijf grote gezelligheidsverenigingen van Leiden gevraagd wordt een huisband te leveren. Hoewel flink wat Catenianen een instrument bespelen en er ook veel mensen in een bandje zitten, hebben we niet echt een huisband.’

Justin Schut (27, mediatechnologie): ‘Mark zit in het bestuur van Catena en besloot zelf een band bij elkaar te sprokkelen. Er werden posters opgehangen en dit is het resultaat.’

Joerie van Sister (21, archeologie): ‘Eigenlijk zijn we alle vijf gitarist. We moesten dus een beetje schuiven met de verdeling van instrumenten.’

Michiel Veldhoven (24, technicus): ‘De band werd opgericht voor de wedstrijd, maar daarna bleven de boekingen komen.’

Van Sister: ‘We hebben eerlijk gezegd vaker opgetreden dan geoefend.’

Veldhoven: ‘Barry Badpak – die in de jury van Stubandikoos zat – vroeg of we mee wilden doen met de bandmarathon. De Veste, the Duke en Lazaru’s leveren alle drie een band, waarna de optredens rouleren. Je speelt op één avond in drie verschillende kroegen.’

Schut: ‘Bij het kiezen van de liedjes houden we rekening met het publiek. In the Duke speelden we bijvoorbeeld meer poppy nummers, zoals Are you gonna be my girl? In Lazaru’s vallen ruigere nummers als Seek and Destroy van Metallica in de smaak.’

Van Sister: ‘Daar ging het goed los. Op een gegeven moment vlogen de barkrukken me om de oren.’

Schut: ‘Niet alleen de barkrukken. Ik zag zelfs mijn huisgenoten door de lucht heen vliegen.’

Van Sister: ‘Als de mensen en de microfoons door de lucht vliegen, weet je dat het een geslaagd feestje is.’

Bos: ‘We vinden het leuk om te spelen met de verwachtingen die mensen van ons hebben. Van een Catena-band verwacht je misschien niet meteen een cover van Britney Spears.’

Schut: ‘Onze stijl is heel divers: van Metallica, Bon Jovi, Twisted Sister tot Michael Jackson, maar altijd met een lekker rocksausje. We zijn prettig gestoord en nemen onszelf niet te serieus.’

Van Sister: ‘Op Stubandikoos hadden we met wat mannelijke Catenianen afgesproken dat ze ineens hun shirt uit zouden trekken als we Gay Bar begonnen te spelen. Er ontstond een flinke pit, en alle verenigingen deden er aan mee.’

Veldhoven: ‘Je zag het personeel en de geluidstechnici wel even benauwd kijken.’

Bos: ‘Onze bandnaam Iron Panda is een soort spoof op Iron Maiden.’

Schut: ‘Volgens mij was het gebaseerd op Steel Panther. We wilden eerst in rare pakjes het podium opgaan. We zouden allemaal een legerbroek kopen met daarop een fluorescerend shirt. Daarnaast zouden we allemaal een echte bikermoustache laten groeien.’

Van Sister: ‘Helaas heeft een van onze bandleden (werpt nadrukkelijk een blik op Bos) daar te weinig baardgroei voor.’

Bos: ‘Het gaat altijd over mijn gebrek aan baardgroei of over mijn moeder. Ik ben het gewend.’

Door Petra Meijer