Wetenschap
Kosmische cashewnoot
woensdag 12 juni 2013

Planeten vormen zich uit een grote schijf van stof en ijs die rond een jonge ster draait. Daar kristalliseren ze als het ware: kleine klontjes trekken elkaar aan, vormen samen grote klontjes die elkaar ook weer aantrekken. Uiteindelijk krijg je dan een hele planeet en, in tenminste één geval, krantenlezers.

Maar waarom vallen die klontjes niet naar de ster toe? Blijkbaar bestaan er veilige havens, het kosmische equivalent van dat hoekje in je huis waar de stofnesten ontstaan. In de Science van vorige week beschrijven Leidse sterrenkundigen zo’n stofval, bij de ster Oph IRS 48. De stofwolk rond die ster heeft de vorm van een cashewnoot in plaats van een cirkel: iets – waarschijnlijk een planeet of een zogeheten bruine dwerg – heeft het stof opgeveegd. Die cashewnootvorm werd al voorspeld door wiskundige modellen: door de turbulentie in de wolk zitten de stofdeeltjes in de val, en kunnen ze op elkaar klitten zonder naar de ster toe te vallen.