Columns & opinie
Column: Vernietigde diversiteit
woensdag 22 mei 2013

Dit voorjaar woon ik in Berlijn om onderzoek te doen naar de Maartrevolutie van 1848 - een glorieus moment, vanuit democratisch perspectief bezien. Toch ontkom ik niet aan die duistere geschiedenis: het naziverleden, waarvan de zware erfenis nog overal in de stad voelbaar is. Elk park heeft zijn eigen monument; op oude gebouwen prijken gedenkstenen en kogelgaten. Voor huizen waar ooit Joden woonden liggen koperen ‘struikelstenen’ om de argeloze voorbijganger met de geschiedenis om de oren te slaan.

Impliciet is de oorlog zichtbaar in de extreme beleefdheid van veel Duitsers. Die gaat voor vriendelijkheid door, maar is een continue apologie: entschüldigung, bitte sehr, danke schön, de frasen zijn zo alomtegenwoordig in het taalgebruik dat de continue ondertoon is: ‘Ik ben er niet, sorry dat ik besta, excuses voor de oorlog!’ Het nationale masochisme van het grote Duitse herdenken vindt altijd wel een gelegenheid. Dit jaar is het de beurt aan 1933 (want 80 jaar geleden): de machtsgreep door de nazi’s met de verkiezing van Hitler tot Rijkskanselier. Op prominente plaatsen in Berlijn verrezen zuilen met foto’s van slachtoffers van het naziregime. 120 Instanties doen mee met de herdenkingscampagne die ‘Zerstörte Vielfalt’ heet: vernietigde diversiteit. Vooral nu Duitsland economisch weer oppermachtig wordt, kan het enkel geruststellen dat het land zich zo sterk rekenschap geeft van zijn eigen zwarte verleden.

Maar toch knaagt er iets. ‘Vernietigde diversiteit? Is dat waar de nazi’s op uit waren?

Für Juden verboten, de Kristallnacht, Auschwitz - waren dat aanslagen op de ‘Duitse diversiteit’? En waren Joden, zigeuners, homo’s, gehandicapten, communisten en socialisten vóór 1933 dan zulke gewaardeerde componenten van de bonte, diverse cultuur van de Weimarrepubliek? Nee. Werkelijk niemand zou zich in het Interbellum in het hoofd hebben gehaald te zeggen: ‘Dé Duitser bestaat niet!’ Diversiteit - Vielfalt - is het woord dat tegenwoordig gebruikt zou worden. Het slaat op de multiculturele samenleving die Duitsland en heel West-Europa geworden is. Overgoten met een sausje uit de Amerikaanse melting pot.

Het probleem met de suggestie dat het de ‘diversiteit’ was die slachtoffer werd van het naziregime, is dat iedereen die kritiek heeft op de hedendaagse diversiteit - door bijvoorbeeld te wijzen op de sociale segregatie die voortvloeide uit het integratiebeleid van afgelopen decennia - tot potentiële nazi wordt gemaakt. Een kinderachtige ‘schuld door associatie’ dus.

Terwijl het Nederlandse publieke debat via Fortuyn, Van Gogh en Wilders met vallen en opstaan over die drogreden heen groeit, is Duitsland nog lang niet zover. Zeker niet Berlijn: enerzijds de stad die het meest met het naziregime wordt geassocieerd, anderzijds één van de meest linkse steden van Europa.

De krampachtige houding werkt een gezonde discussie geenszins in de hand. Integendeel: in Duitsland is van een rationeel integratiedebat geen sprake. De sociaaldemocraat Thilo Sarazzin verkocht weliswaar al miljoenen van zijn immigratie- en EU-kritische boeken, maar wordt door media en beleidsmakers nauwelijks serieus genomen. In Berlijn wekt Heinz Buschkowsky, de districtsburgemeester (ook SPD) van probleemwijk Neukölln, vooral agressie op met een van zijn Rotterdamse collega Aboutaleb afgekeken, gedisciplineerde integratiepolitiek. Let wel: tegenstanders van mensen als Sarazzin en Buschkowsky zijn het niet zomaar met hen oneens, nee, we hebben het hier over diepe haat en walging. Alsof het reïncarnaties van Hitler zijn! Een weinig verlichte instelling die een open debat onmogelijk maakt.

Dat werd pijnlijk duidelijk op 1 mei: ook dit jaar gingen er weer duizenden neonazi’s en duizenden ‘antifa’s’ de straat op. Beide kampen waren nauwelijks van elkaar te onderscheiden: iedereen in het zwart, met angstaanjagende tatoeages en spandoeken vol haatdragende en fascistoïde leuzen. Een opiniecultuur die moreel zo sterk begrensd is door het verleden vormt een ernstige bedreiging voor de vrijheid in de toekomst.

Geerten Waling is promovendus bij Geschiedenis