Cultuur
Knikkeren met een genie
Binnenkort opent Museum Boerhaave een tentoonstelling over de meest veelzijdige wetenschapper van de 17e eeuw, Christiaan Huygens. ‘Hij kon alles, hij was de rest altijd een stapje voor.’
woensdag 15 mei 2013

Ga er maar aan staan. Een boek schrijven over het uiterlijk en gedrag van aliens, het slingeruurwerk,een buisloze telescoop en een toverlantaarn uitvinden en je eigen lenzen slijpen. En dat ook nog eens in de zeventiende eeuw. Christiaan Huygens (1629-1695) deed het.

‘Huygens is ongetwijfeld de meest veelzijdige wetenschapper van de 17e eeuw geweest’, zegt conservator Tiemen Cocquyt. In de tentoonstelling is een collectiegedeelte waar objecten, geschriften en aantekeningen van Huygens te zien zijn. Dit wordt aangevuld met instrumenten die op groot formaat zijn nagebouwd, zoals de ‘preparaatrevolver’ die Huygens ontwikkelde voor de microscoop om verschillende preparaten makkelijker te vergelijken. Zo kunnen bezoekers, met name kinderen, zelf ondervinden wat de uitvindingen van Huygens precies voorstelden.

‘Christiaan Huygens paste wetenschap op alles toe. Als hij iets tegenkwam wat hij niet goed genoeg vond, ging hij proberen het te verbeteren.’ Zo vond hij het onhandig dat telescopen telkens maar langer werden. Dat kwam omdat er nauwkeuriger naar de hemel gekeken kon worden als de lenzen verder uit elkaar stonden. Op een gegeven moment waren die lenzen soms wel twintig meter lang, wat heel onpraktisch was. ‘Huygens bedacht toen een buisloze telescoop: de wetenschapper stond op de grond en keek door de lens, en de tweede lens werd op een hoge mast gemonteerd. De buis tussen de twee lenzen werd ertussen uitgehaald.’

Wat de veelzijdigheid van Huygens nog extra benadrukt, is dat hij niet alleen de theoretische kant beheerste, maar ook zijn instrumenten vaak zelf maakte. ‘Christiaan Huygens sleep bijvoorbeeld zijn eigen lenzen. Hij was altijd op zoek naar het beste glas.’ Museum Boerhaave is in bezit van 32 originele lenzen, waarvan een paar te zien zijn in Vindingrijk.

Een ander praktisch probleem waar Huygens in zijn dagelijks leven op stuitte was de grote afwijking die klokken hadden. Om de tijdmeting nauwkeuriger te maken vond hij het slingeruurwerk uit. ‘Zo bracht hij de afwijking van een kwartier per dag terug naar zo’n vijftien seconden per dag.’ In de collectie van Boerhaave is de oudste slingerklok ter wereld te zien. ‘Dit klokje is niet door Huygens zelf gemaakt, maar wel in zijn opdracht. Japanners komen speciaal hiervoor naar Nederland. Het is wel jammer dat de slinger zelf verborgen zit in een kastje.’

Kinderen kunnen in de tentoonstelling in een raket zitten om naar de verhalen uit Huygens’ boekje Cosmotheoros (1698) te luisteren, waarin de wetenschapper speculeerde over leven op andere planeten. Huygens ging er vanuit dat buitenaardse wezens, net als hij, aan sterrenkunde deden. ‘Daarvoor moesten ze aantekeningen maken en instrumenten bouwen, en dus zullen ze wel handen, armen en ogen hebben gehad.’ Op Jupiter waren de wezens waarschijnlijk groter dan de aardse mens, omdat Huygens berekend had dat de planeet veel groter is dan de Aarde.

In de tentoonstelling is ook een knikkerbaan opgenomen. ‘Ik wilde het in eerste instantie eigenlijk niet, omdat ik niet zo snel een duidelijke connectie zag tussen knikkers en het werk van Huygens. Maar toen ik door zijn manuscripten aan het bladeren was, zag ik opeens een tekening van een knikkerbaan. Huygens heeft alles al een keer gedaan.’

Maar wat voor persoon was de succesvolle wetenschapper eigenlijk? ‘Als ik in brieven zijn afwijzende reacties op het werk van andere wetenschappers zie, denk ik dat hij best betweterig was. Hij was aristocraat en hoefde niet te werken voor zijn geld, dus hij zat de hele dag een beetje te tekenen.’

Cocquyt denkt dat de wetenschapper echter ook bescheiden was, bijvoorbeeld over zijn uitvinding van de toverlantaarn. ‘Toen zijn vader, de diplomaat Constatijn Huygens, aan zijn zoon vroeg of hij een toverlantaarn wilde maken voor vrienden, bedacht de uitvinder een smoes om eronder uit te komen. Misschien was hij bang dat de toverlantaarn een vermaakobject zou worden, en dat mensen voorbij zouden gaan aan de optica die erachter zat. Juist dat vond hij zo fascinerend.’

Toen Huygens stierf in 1695, liet hij zijn verzameling manuscripten per testament na aan de Universiteit Leiden, waar hij zelf twee jaar studeerde. De vele manuscripten en vooral de tekeningen die Huygens maakte waren inspirerend voor Cocquyt. ‘De echte Huygens is moeilijk te doorgronden. Hij laat in zijn brieven weinig los over zijn gevoelens. Maar als je gaat graven in zijn tekeningen, dan krijg je een veel kleurrijker beeld van hem.’ Huygens tekende bijvoorbeeld een ontwerp voor een verende sandaal, en dansende skeletten voor de droomlantaarn. ‘Huygens was veel meer dan een nuchtere, rationele wetenschapper.’

Door Judith van Hoogdalem

Christiaan wie?

Christiaan Huygens (1629 - 1695) was een Nederlandse wis-, natuur- en sterrenkundige, uitvinder en schrijver van vroege sciencefiction. Hij was een van de leidende figuren van de zeventiende-eeuwse wetenschap. Zijn vader Constatijn Huygens was staatsman, diplomaat, dichter en componist, waardoor hij een brede opvoeding kreeg. Hij studeerde rechten en wiskunde aan de Universiteit Leiden van 1645 tot 1647.

2013 is het Huygensjaar. Bij de tentoonstelling Vindingrijk in Museum Boerhaave worden aanvullende lezingen verzorgd. In de Universiteitsbibliotheek is verder vanaf 23 mei de tentoonstelling Huygens in Leiden te zien.

In Den Haag zijn activiteiten en tentoonstellingen in het Haags Historisch Museum, in de Grote Kerk, in de Koninklijke Bibliotheek, in Museum Meermanno en Museum Bredius. Ook zijn er boot- en koetstochten.