Columns & opinie
Brief: En Seks
woensdag 10 april 2013

Wie het met wie (en hoe) mag doen, heeft een geschiedenis. Alle ideologieën hebben expliciet of impliciet ideeën of juiste en onjuiste, legale en illegale, gezonde en zieke seks. Het is fascinerend om te zien hoe veranderlijk deze ideeën zijn en te proberen te verklaren waar omwentelingen vandaan komen. Bepleitte Anthony M. Ludovici in 1933 nog dat incest een goede oplossing zou zijn tegen het door hem gepercipieerde degenereren van het Britse volk, tegenwoordig zouden de meesten om redenen van min of meer eugenetische aard incest van harte afraden.

In zijn column ‘Cliëntelisme en consumentisme. En seks’ stelt Geerten Waling dat seksualiteit als onderzoeksthema alleen bedoeld kan zijn om studenten lekker te maken, te teasen. In wezen betoogt Waling dat het bestuderen van seksualiteit niet alleen lachwekkend is, maar ook dat alleen ongemotiveerde studenten er op af zouden komen.

Dit bestrijd ik. Als geschiedenisstudenten besluiten seksualiteit te bestuderen, dan is dat niet omdat zij onderuit willen hangen als consumenten, zoeken naar een snelle kick of omdat zij lekker willen lachen. Zij schrijven zich in voor een cursus als ‘Seksualiteit in Europa, 1850-1990’ omdat zij onverschrokken genoeg zijn om dat te doen. Het zijn de leergierige durfals die niet bang zijn hun comfort zone te verlaten die zich aanmelden bij mij.

Via deze weg wil ik deze studenten een compliment maken voor hun inbreng de afgelopen weken. Ik zie uit naar hun referaten en naar serieuze gesprekken over seksualiteit. Ik heet Geerten Waling van harte welkom bij mijn werkcollegeclub van harde werkers. Ik nodig hem tenslotte uit om zich uit te spreken over een vakgebied zodra hij zich er in bekwaamd heeft.

Anna Tijsseling, universitair docent Algemene Geschiedenis van de Contemporaine Tijd