Studentenleven
Bolwerkers: Net werken
Robbert van der Linde
woensdag 13 februari 2013

Aangezien de kans aanwezig is dat u het gemist heeft: het toverwoord in de afscheidsoratie van scheidend rector magnificus Paul van der Heijden was netwerk. Specifiek, hoeveel voordelen een goed netwerk een universiteit kan bieden. Geen slecht uitgangspunt, maar waarom dan niet al het netwerkpotentieel gebruiken? Waarom wordt het makkelijkste netwerkmedium, sport, zo weinig ingezet?

In andere studentensteden zoals Delft en Groningen kan het wel. Daar investeert de universiteit wel in sport, niet alleen in de faciliteiten, maar ook in de clubs en sporters zelf. Waarom ziet het college van bestuur van de Universiteit Leiden studentensport als een soort achterlijke hobby die louter studievertraging oplevert? Natuurlijk, het sportcomplex is verbouwd en het resultaat is fraai, maar met dat project waren ze al bezig toen Johannes Paulus II nog paus was. Het heeft in de loop der jaren dusdanig veel vertraging opgelopen dat de NS er jaloers op is. Dat is voornamelijk te wijten aan allerlei onnozele bureaucratie. Voor een project van die omvang zijn al gauw een stuk of tien ‘ruimtelijk management adviseurs’ nodig. En de student betaalt de rekening, aangezien de prijs van een jaarkaart bij het USC stijgt tot € 150 volgend jaar.

Laten we eerlijk zijn, de studenten geven Leiden kleur. Alle autochtone Leidenaren zijn heus wel ontwapenend authentiek, maar het zijn de studenten die de naam van Leiden door heel Nederland hoog houden. Weliswaar niet altijd om de meest stijlvolle redenen, maar zoals Oscar Wilde zei: ‘The only thing worse than being talked about, is not being talked about’. Een oneliner die in ieder geval een enerverende levensvisie behelst.

 Op het jaarlijkse GNSK, het Groot Nederlands Studentenkampioenschap, is het contrast tussen Leiden en andere studentensteden schrijnend. Slechts in een paar sporten is Leiden vertegenwoordigd, terwijl van steden als Groningen, Amsterdam, Utrecht en Rotterdam in haast elk onderdeel verdedigers van de stadstrots te vinden zijn. Geldgebrek wordt door veel studentensportverenigingen uit Leiden aangevoerd als voornaamste reden af te zien van deelname.  

Dit alles wordt nog meer gênant doordat het cliché ‘sport verbroedert’ reeds meerdere malen is bewezen. De studentensportverenigingen die, vooral uit noodzaak, zelf moeite steken in het onderhouden van banden met hun tegenhangers uit andere steden, presenteren zich veel beter als serieuze sportinstanties. Via het rugby worden zelfs contacten gelegd met de prestigieuze Cambridge University. Wedstrijdje, biertje, babbeltje. De meest elementaire vorm van contact leggen met andere steden en universiteiten. Studentensport kan de universiteit zoveel voordelen opleveren, als zij er maar voor open staat. Sport is de meest simpele doch efficiënte manier om een netwerk op te zetten, dus zou het de moeite waard zijn daarin te investeren. Just sayin’