Columns & opinie
Eigenlijk zijn ze superlief
Bestuurskundestudent Suzanne Dil ondervond aan den lijve hoe de invloed en het geweld van Russische nationalisten toenemen. ‘Een Italiaanse studiegenoot werd in elkaar geslagen en neger genoemd.’
Vincent Bongers
woensdag 30 januari 2013

‘Ik was in 2009 met twee vriendinnen in Moskou toen er een aanslag door Tsjetsjenen op een trein naar Sint-Petersburg was gepleegd’, zegt Suzanne Dil (23). ‘Er was overal paniek op straat. Als je een beetje een kleurtje hebt, word je sowieso snel aangehouden. Alleen dat was nu nog erger. We gingen met de metro. Een iets getinte man werd uit de wagon gesleurd door de politie. Op straat zag je dat soort dingen ook. Heel bizar en eng om te zien.’

Dil schreef een afstudeerscriptie over rechts-extremisme in Rusland. Daarmee heeft ze als eerste student de nieuwe bestuurskunde master crisis and security management afgerond. Tijdens haar opleiding studeerde ze een semester in Sint-Petersburg. ‘Een Italiaanse studiegenoot werd na het uitgaan op weg naar huis in elkaar geslagen en neger genoemd. Die term gebruiken ze voor iedereen die enigszins getint is. Hij had de volgende dag een heel dik oog. Natuurlijk is niet iedereen anti-buitenlander maar na het ineenstorten van de Sovjet-Unie neemt het rechts-extremisme sterk toe. De oorlog op de Kaukasus, met name de Tsjetsjeense kwestie, voert de spanning de laatste tien jaar nog meer op. Iedereen werd bang. Dat leidde tot xenofobie. Heel veel migranten komen van de Kaukasus. Zij wonen voornamelijk in de grote steden. Sociaal-economische factoren zijn ook van belang. De kloof tussen arm en rijk is groot. Een deel van de Russen zegt dan: "Zij pikken onze banen in. We moeten voor ons zelf opkomen." De meeste hate crimes vinden in Moskou en Sint-Petersburg plaats.’

Inmiddels verzet een groot aantal groeperingen en partijen zich tegen alles wat niet Russisch is. ‘Er zijn naar schatting zo’n 70 duizend skinheads in Rusland. Maar ook de partij van Vladimir Zjirinovski, de LDPR, kun je extreem-rechts noemen. In dat is de op drie na grootste partij in de Doema, het Russische parlement.’

En geweld wordt niet geschuwd. ‘In 2010 was er een grote rassenrel in Moskou. Er was een Rus vermoord door iemand met een tintje. Vijfduizend extremisten gingen de straat op alle gekleurde mensen die ze tegen kwamen, werden in elkaar geramd. Bij die uitbarsting van geweld vielen twee doden.’

Ook de overheid wakkerde in eerste instantie onbedoeld de vreemdelingenhaat aan. ‘Toen Poetin eind 1999 aan de macht kwam, startte hij een patriottisch offensief. Hij wilde dat Russen hun land weer als machtige speler zagen en vooral jongeren bewust maken van het heroïsche verleden. Dat liep een beetje uit de hand. Poetin is geen nationalist, wilde de verschillende etnische groepen juist verenigen. Dat deel van de boodschap raakte wat verloren.’

Dil onderzocht wat de Russische overheid doet om het extremisme te bestrijden. Het blijkt dat het Kremlin niet werkloos toekijkt. ‘Er is wetgeving aangenomen specifiek tegen hate crimes. Vorig jaar is er door Poetin een organisatie opgericht die zich speciaal bezighoudt met het bij elkaar brengen van de verschillende etnische groepen in Rusland. Er is aandacht voor educatie. Maar Poetin is zelf natuurlijk iemand die zich verzet tegen het Westen en Amerika in het bijzonder. Met die xenofobische houding geeft hij niet echt het goede voorbeeld.’

Ondanks de problemen komt Dil graag in Rusland. ‘Ik ben daar zo ontzettend goed ontvangen en geholpen. Eigenlijk zijn ze superlief.’