Nieuws
Raad van toezicht verdedigt rector
De raad van toezicht vindt de sabbatical en de beloning van uittredend rector magnificus Paul van der Heijden ‘volstrekt redelijk’. Dat blijkt uit een brief die voorzitter Nout Wellink aan de universiteitsraad heeft gestuurd.
woensdag 31 oktober 2012

De Abvakabo-fractie in de universiteitsraad had een vraag gesteld aan het college van bestuur over de sabbatical van veertien maanden die de rector opneemt als hij in februari volgend jaar vertrekt. In die periode behoudt hij zijn inkomen als collegevoorzitter.

De partij 'verbaast' zich over de lengte van de sabbatical en de hoogte van de beloning, De Abvakabo wilde onder andere van het college weten of zij 'gezien de negatieve gevolgen voor de beeldvorming rond de universiteit' de regeling nog steeds gepast vindt. Het college schoof deze hete aardappel door naar de raad van toezicht.

Maandag informeerde Wellink de universiteitsraad achter gesloten deuren over de gang van zaken. De brief die is opgesteld naar aanleiding van de bijeenkomst, is wel openbaar gemaakt.

Wellink schrijft dat het sabbatical van de rector magnificus 'volstrekt redelijk' is. Er geldt een vergelijkbare regeling voor decanen. Die kunnen na zes jaar decanaat een verlof van 12 maanden opsparen. De achtergrond van deze regeling is dat decanen hiermee de gelegenheid wordt geboden om zich voor te bereiden op hun terugkeer in de wetenschap.

Volgens Wellink zal de rector het sabbatical ook in die zin gebruiken. Hij gaat zich bijlezen op zijn vakgebied: het internationaal arbeidsrecht. Ook blijft hij na zijn 65ste als onbezoldigd hoogleraar actief om onderzoek te doen, te begeleiden en onderwijs te geven. Ook is hij bereid tijdens zijn sabbatical incidenteel onderwijs te geven.

Het behoud van inkomen van de rector is volgens Wellink in een bepaald opzicht een 'uitzondering op de regel'. Maar gegeven de omstandigheden is deze verantwoord.

Na zijn sabbatical zou de rector geconfronteerd worden met een substantiële inkomensverlaging in de laatste negen maanden voor zijn pensioen. En dat wordt in de brief 'onredelijk' genoemd. De raad van toezicht zou een andere afweging hebben gemaakt als de rector na zijn sabbatical nog jaren als gewoon hoogleraar aan de universiteit zou zijn verbonden.

'Ik vind het wel een goede zaak dat de raad van toezicht erkent dat het sabbatical en de beloning niet normaal zijn', zegt Joost Augusteijn, de voorzitter van de Abvakabo-fractie, 'al moet je goed lezen om dat eruit te halen. Ik kan de redenering over het behoud van salaris wel volgen, maar ik vind deze niet erg sterk en niet terecht. Ik vind dat je betaald moet worden voor de functie die je uitvoert. De beloning voor die functie stopt, als je vertrekt. Decanen kunnen maximaal twaalf maanden sparen, maar veertien maanden is toch echt meer. De rector hoeft zich niet voor te bereiden op een terugkeer als hoogleraar, en daar is regeling voor bedoeld. We vinden het goed dat de rector tijdens zijn sabbatical bereid is om ook onderwijs te geven. Maar in de brief staat: incidenteel onderwijs. Dat kan dus ook een uurtje college overnemen van een zieke collega zijn. De toezeggingen hadden wat dat betreft allemaal wel wat harder gemogen. En dat geldt ook voor zijn werkzaamheden na zijn 65ste.'

En is hiermee de kous af? 'Dat weet ik nog niet. Er volgt nog een fractieoverleg. De Raad van Toezicht is ooit akkoord gegaan met deze arbeidsvoorwaarden, die kunnen natuurlijk nu niet zeggen: "Lever maar een deel van je salaris in." Maar de rector kan dat wel uit eigen beweging doen. Ik weet nog niet of we hem daartoe gaan oproepen.'

UPDATE: Kamerlid Jasper van Dijk (SP) heeft inmiddels Kamervragen gesteld over de kwestie.

Topinkomens aangepakt

Wellink gaat in de brief ook in op het voornemen van de gemeente Den Haag om de universiteit ongeveer 40.000 euro subsidie in mindering te brengen. De gemeenteraad heeft besloten dat vanaf 2011 bestuurders van organisaties die door de Haagse gemeente gesubsidieerd worden, niet boven een jaarinkomen van 193.000 euro mogen uitkomen. De rector magnificus, de vicevoorzitter van het college van bestuur Willem te Beest, en een hoogleraar zitten daarboven.Volgens Wellink heeft het ministerie er bij de universiteiten op aangedrongen zich aan de Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en de semipublieke sector (WNT) te houden. Daarin is een hoger maximum vastgelegd. Het college zit onder dit maximum. Wellink gaat nog om de tafel zitten met de gemeente Den Haag om te spreken over de kwestie. In het nieuwe regeerakkoord staat dat de wet wordt aangepast. De norm wordt 100 in plaats van 130 procent van een ministersalaris.Die wet geldt niet alleen voor topfunctionarissen, maar voor alle medewerkers. Dat betekent dat bestuurders en hoogleraren maximaal 172 duizend euro mogen verdienen. Het college zit daar ruim boven. Het is niet duidelijk of deze nieuwe norm ook voor het hoger onderwijs gaat gelden. Het is mogelijk een uitzondering te maken ‘als dat noodzakelijk is’. Er staat ook in het akkoord dat ‘bestuur, beheer en beloningen bij instellingen van hoger onderwijs in overleg met de sector versneld op orde worden gebracht.’Onderwijsbond AOb bracht maandag de jaarlijkse lijst van grootverdieners in het onderwijs. De vroegere collegevoorzitter van de Amarantis Onderwijsgroep Bert Molenkamp voert de top vijftien aan. Hij kreeg vorig jaar een ontslagvergoeding van 250.000 euro, waarmee zijn totale salaris op 400.000 euro uitkwam. En dat terwijl Molenkamp Amarantis ‘naar de rand van de afgrond leidde’, stelt de AOb. Op de tweede plaats staat Aalt Dijkhuizen (Wageningen), gevolgd door René Smit (Vrije Universiteit). In 2011 werd het beloningsmaximum voor het wetenschappelijk onderwijs vastgesteld op 223.666 euro. In de lijst komen geen bestuurders van de Universiteit Leiden voor. Rector magnificus Paul van der Heijden verdiende vorig jaar 210.677 euro. VB/PM