Nieuws
'Mensenrechtendebat kan scherper'
Begin oktober werd het College voor de Rechten van de Mens opgericht in Utrecht. De Leidse universitair docent staats- en bestuursrecht Jan-Peter Loof is lid van het college.
woensdag 10 oktober 2012

Wat is de achtergrond van het college?

'De VN heeft landen opgeroepen om landelijke instituten voor mensenrechten op te richten. Daar heeft Nederland gehoor aan gegeven. Er zijn al internationale organisaties. zowel op VN als Europees niveau, die Nederland in de gaten houden. Maar een landelijke toezichthouder op alle mensenrechten, hadden we nog niet. Het college is ook het aanspreekpunt voor de internationale organisaties.

'Maar het mocht niet iets nieuws zijn. Dat ging te veel geld kosten. Het moest gekoppeld worden aan een al bestaande instantie. De commissie gelijke behandeling bood zich aan. Deze commissie gaat dan ook op in het college.'

Wat gaan jullie doen?

'We gaan onder andere onderzoek doen naar de mensenrechtensituatie in Nederland en daarover jaarlijks rapporteren aan de regering en de Tweede Kamer. Bestuurders en politici moeten scherp blijven als het gaat om de taak van de overheid om mensenrechten te waarborgen. Daarnaast zullen we aanbevelingen doen aan bijvoorbeeld ziekenhuizen of scholen over mensenrechtenkwesties waar zij tegenaan lopen. Ook willen we vooral jongeren informeren over deze rechten. Het blijkt dat jongeren hier vaak weinig over weten. Verder kunnen personen en organisaties nog steeds terecht bij het college met klachten over gelijke behandeling.'

Hoe is het hier gesteld met de mensenrechten?

'Niet beroerd. Er wordt niet, zoals bijvoorbeeld in de Verenigde Staten na 9/11, in een paar weken tijd wetgeving door heen gejast die op gespannen voet staan met mensenrechten.

'Als er nieuwe wetgeving wordt geïntroduceerd, bijvoorbeeld op het gebied van terrorismebestrijding, dan begint het kabinet zelf vaak over mensenrechten. Ze wijst er dan op dat de wetgeving internationaal door de beugel kan. Bewindslieden willen de Tweede Kamer gerust stellen.

'De Kamerleden stellen er dan vragen over. De betreffende minister geeft dan antwoord. Er is twijfel, maar er wordt niet echt doorgevraagd. Er ontstaat een sfeer van: we geven de minister de voordeel van de twijfel. Dat kan allemaal wel wat scherper. Het debat mist diepte. Wij kunnen daar voor zorgen. De regering goed in de gaten houden en de Kamer helpen om een goed tegenwicht te bieden.

'Als er bijvoorbeeld wetgeving wordt voorgelegd die het mogelijk maakt voor justitie om gegevens op te vragen bij telecom- en internetproviders, dan zegt het kabinet dat zij deze nieuwe mogelijkheden zorgvuldig en voorzichtig gaat gebruiken. Want het recht op privacy komt dan natuurlijk onder druk te staan. Op papier klopt het allemaal juridisch wel, maar in de praktijk biedt zo'n wet dan wel mogelijkheden die soms te ver kunnen gaan. Er wordt te weinig rekening gehouden met bepaalde scenario's. Dat moet scherper worden vastgelegd. Daar wijzen wij dan ook op.'

Is er nog iets waar jullie extra scherp op gaan letten?

'We willen onder andere extra aandacht voor de rechten van ouderen in een zorgsituatie. In sommige bejaarden- en verzorgingshuizen zijn de omstandigheden schrijnend. Vaak wordt er vanuit een economisch perspectief, geld dus, naar deze problematiek gekeken. En niet door een mensenrechtenbril.'

Gaat het dan over pyjamadagen?

'Dat kan. Maar ook over andere kwesties. Ik hoorde een verhaal van mensen wier moeder Parkinson heeft en in een verzorgingstehuis ligt. Zij wilde de verzorgers wat duidelijk maken, maar dat gaat wat moeilijk vanwege haar ziekte. De instelling zei tegen deze mensen dat ze liever hadden dat de moeder haar mond hield. Dan komt de basis van de mensenrechten, menselijke waardigheid, in het geding. Dan zak je wat mij betreft door een ondergrens heen. Eigenlijk is dat gewoon vernederend.'