Columns & opinie
Geen commentaar: Dobbelen
Bart Braun
woensdag 5 september 2012
© Silas.nl

Ergens, in een halfverlichte kamer, zit een jongetje met tien dobbelstenen. Hij gooit zeventien. Nog een keer: tweeëndertig. Eenendertig. Vijftig! Juichend gooit het jongetje zijn armen in de lucht. ‘Ik word steeds beter!’, roept hij uit.Slechts een enkeling durft de belangrijke keuzes in het leven uit te besteden aan een dobbelsteen. De studie die je doet, de studentenvereniging waar je je bij aansluit, de politieke partij waar je op stemt, dat zijn echt belangrijke beslissingen. Die neem je weloverwogen en rationeel, toch? En dan zijn de resultaten van die keuzes – de aanmeldingscijfers, de verkiezingsuitslagen – dus ook reuze -interessant.De verenigingen en faculteiten staren zich bijkans blind op het aantal eerstejaars. Zijn het er minder? Hoe komt dat dan? Hoe kunnen we voorkomen dat het er volgend jaar nog minder zijn?Ook als het er juist meer zijn, moet er druk geanalyseerd. Gedane investeringen betalen zich terug, heet het dan. ‘In tijden van crisis kiezen mensen eerder voor een bèta-opleiding’, vertelden diverse bèta’s me deze week, blij met de extra eerstejaars. Maar verleden jaar was het toch ook crisis? En waarom hebben de technische universiteiten in Delft en Enschede dan juist minder aanmeldingen?In de politiek is het nog erger. Mensen hebben, zou je denken, een stelsel aan waarden en opvattingen, en kiezen vervolgens de partij die daar het beste bij – OH MIJN GOD Roemer drinkt fris met een rietje! Nu stem ik toch maar Libertarisch!De keuzes die we maken worden beïnvloed door rietjes en partijprogramma’s, het weer, de mensen in onze omgeving en duizenden omstandigheden die amper bij te houden zijn, en waarvan je de meeste niet eens in de gaten hebt. Het is niet net zo simpel als een dobbelsteen gooien. Het is juist zo ontzettend veel ingewikkelder dat je, om het proces te beschrijven, net zo goed een dobbelsteen kunt gooien als jezelf een verhaaltje vertellen over waarom het dit jaar zo goed of zo slecht ging. Op zijn wetenschappelijks: je doet onderzoek met een steekproefgrootte van 1, naar een verschijnsel waarvan je weet dat het barst van de Poissonruis. Elke hypothese, elke verklaring die je verzint, is ontestbaar.De hoge percentages februari-afhakers, de leegloop die veel studentenverenigingen na twee jaar vertonen en de ontevredenheid van de kiezers suggereren dat mensen helemaal niet zo goed zijn in het maken van de juiste keuzes. Ze moeten het doen met onvolledige informatie, en hersens die er nauwelijks geschikt voor zijn. Eigenlijk zou je één keertje, for science, alle eerstejaars volkomen willekeurig moeten verdelen over steden, studies en verenigingen. Ze mogen na een half jaartje veranderen, en een groot gedeelte zal dat ook doen. Maar dat doen ze nu ook al. Vermoedelijk maakt het voor de netto totale tevredenheid onder studenten weinig uit. Zou het met de verkiezingen ook zo zijn? Als we de zetelverdeling laten bepalen door dobbelstenen in plaats van kiezers, is Nederland dan slechter af? Of zou ook dat weinig uitmaken? Volgende week doe ik alvast mijn eigen micro-experimentje: ik neem een dobbelsteen mee naar het stemlokaal.