Studentenleven
Column: Schei
Benjamin Sprecher
woensdag 13 juni 2012

Een aantal weken geleden zat ik op de achterbank van een enorme glimmende Volkswagen, op weg naar München, niet wetende dat daar, op ‘s werelds grootste beurs voor recyclingtechnologieën, mijn wetenschappelijke carrière voorgoed uit het lood zou worden geslagen. En als niet voorgoed, dan toch op zijn minst voor de komende zes maanden.Ik deelde de auto met drie enorme monteurs van een elektronica recyclingbedrijf. Ze hadden mij tamelijk vroeg – om vier uur ‘s ochtends ging de wekker – opgehaald in Eindhoven, waar ik in een hotel verbleef. Uiteindelijk was het zowel goedkoper als sneller geweest als ik gewoon vanaf Amsterdam naar München was gevlogen, maar een aantal maanden eerder hadden de monteurs aangekondigd dat ze de kans om met 280 km/u over de Autobahn te scheuren niet aan zich voorbij lieten gaan, en mij leek het grappig om acht uur lang met drie enorme monteurs in een auto te zitten. Bovendien zou ik dan de tijd hebben om na te denken over mijn aanstaande en eerste wetenschappelijke publicatie. Een wetenschappelijke overwinning die zijn weerga niet zou kennen. Een unicum. Een publicatie die weldra op de meest wrede manier aan haar einde zou komen. Maar ik loop vooruit op de feiten.Mijn publicatie zou een overzicht geven van het recyclingpotentieel van het extreem obscure maar onmisbare metaaltje neodymium, dat voornamelijk gebruikt wordt om speciale magneten te maken voor elektromotoren en speakers. Zonder neodymium zouden onze smartphones en elektrische auto’s een stuk groter en zwaarder zijn. Vandaar ook mijn interesse in de recycling beurs; als ik ergens de laatste nieuwtjes op het gebied van metalenrecycling zou vinden, was het hier wel. De beurs was enorm. Willekeurige statistieken - er waren 2,939 bedrijven aanwezig en de beurs had twee eigen metrostations - vallen in het niet bij de schier megalomane proporties van de tentoongestelde machines. Sommige apparaten waren zo groot als een vrachtwagen. Anderen zo groot als een huis. Iemand had zelfs een complete waterzuiveringsinstallatie gebouwd. Enigszins verdwaasd dwaalde ik rond, tot ik ergens in een hoekje van beurshal 9-C een vijftal hokjes zag staan, behangen met posters en omringd door een haag van minstens honderd bierkratten. Hier waren studenten aan het werk, zoveel was duidelijk. En met werk bedoel ik natuurlijk bier drinken en zo min mogelijk met de overige conferentiegangers praten. Nog voor ik een woord had gezegd werd ik herkend als een van hen en kreeg een biertje in mijn handen gedrukt. Binnen vijf minuten ontstond een gesprek dat tegelijkertijd over statistische technieken als over booth babes ging; modellen die worden ingehuurd om foldertjes uit te delen. Een fantastisch fenomeen, zo was de consensus. Opeens stond daar Louise. Louise deelde ons mee dat booth babes géén fantastisch fenomeen waren. Een interessante opmerking, want in eerste instantie dacht ik dat ze er zelf ook een was, maar ze was, net als ik, promovendus. Bloedmooi, en blijkbaar ook nog eens intelligent. Geveinsd onverschillig vroeg ik haar wat voor onderzoek ze deed. Ze wees naar een van de posters achter haar.Recycling-Potenzial für Neodym-Magneten. Op dat moment, om 12.35 in hal 9-C van de München Beurs, realiseerde ik mij dat ik niet de enige was die aan dit onderwerp werkte. Ik had een concurrent. Een rivaal. Een wetenschappelijke nemesis. Scheiße.Tot aan de kleinste details, zoals het wegen van de magneetjes die in harde schijven zitten, was ons onderzoek identiek. Voorzichtig informeerde ik hoe ver ze al met haar onderzoek gevorderd was. ‘Oh’, zei ze achteloos, ‘ik stuur je de abstract van mijn paper wel op.’ Verschrikkelijk. Ze had haar paper zelfs al naar een journal gestuurd. Dus. Nu moet ik iets nieuws bedenken. Daar gaat mijn zomervakantie.

Benjamin Sprecher is promovendus bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden